Positieve resultaten in de nieuwe pensioenbarometer van AXA

Elk jaar laat AXA een studie uitvoeren rond de kennis en ervaring bij de bevolking omtrent het pensioen. In 2003 mocht Significant deze pensioenbarometer opstellen. De resultaten, die begin januari 2004 werden bekendgemaakt, zijn enigszins opmerkelijk. Zowel bij de actieven als de gepensioneerden bleek een positief beeld over het pensioen terug te vinden.


Men ondervroeg bij deze studie 0 personen boven de 25 jaar telefonisch. Er werd gepeild naar hun houding tegenover de Euro, de verhoging van de pensioenleeftijd, levensstandaarden en koop- en mobiliteitsgedrag. Laten we even kijken naar de resultaten.
 

Een positief beeld over het pensioen.

Slechts 14% van de ondervraagden associeert het pensioen met het beeld "oud en ziek". Opvallend is dat zowel de actieve bevolking als de gepensioneerden quasi éénduidig zijn over hoe ze het pensioen zien. 41 % van de ondervraagde actieven wil gewoon genieten van het leven als ze op pensioen zijn, terwijl 41% van de gepensioneerden vooral tijd wil maken voor zichzelf, voor andere dingen of gewoon niets wil doen. Jong gepensioneerden (55j-65j) schaffen zich tevens heel wat multimedia-apparatuur aan. 77% bezit een GSM en ook de aankoop van een videocamera en een digitaal fototoestel zit in de lift.

Men gaat zich ook steeds vroeger en actiever voorbereiden op het pensioen. Van alle actieven bereidt de helft zich financieel voor op het pensioen en dit gebeurt al vanaf 33 jaar. Het valt op dat binnen álle leeftijdsklassen - ook die van 25 tot 34 jaar - de helft van de mensen spaart. Pas in de leeftijdscategorie tussen 55 en 64 jaar klimt het aandeel spaarders op tot 58%. Van de ondervraagden doet 76% aan pensioensparen (tegenover nog maar 62% in 2000), 45% heeft een levensverzekering, 40% spaart zelf, 30% draagt bij tot een groepsverzekering of pensioenfonds of investeert in onroerend goed,…

Toch zijn er een aantal minder positieve signalen die uit de studie naar voor komen. Zo verklaart ongeveer 69% van de ondervraagde actieven (tegenover 55% in 2000) niet te weten hoe hoog het wettelijk pensioen voor hun gezin zal zijn, wat op grote onzekerheid of ongerustheid duidt. Meer dan de helft van de actieven (57%) beweert ook niet voldoende geïnformeerd te zijn over de mogelijkheden om het inkomen na pensionering aan te vullen.


 

Tendens om iets later met pensioen te gaan

Het streefdoel bij niet-gepensioneerden is gemiddeld 57 jaar, één jaar langer in vergelijking met de peiling van 2000, al legt men er zich bij neer dat het waarschijnlijk 60 jaar zal zijn en dat is ook één jaar later dan drie jaar geleden. Onbewust aanvaardt men dus al een verlenging van de loopbaan. Een zwaardere verhoging van de pensioenleeftijd wekt echter weinig enthousiasme op onder de ondervraagden. 76% ziet dit niet zitten. Slechts 13% zegt geen probleem te hebben met een verhoging boven 65 jaar. Indien de regering een aantal maatregelen in zou voeren om mensen langer aan het werk te houden, kiest toch één derde van de actieve bevolking ervoor om gewoon met pensioen te gaan en te genieten van zijn of haar vrije tijd. De helft van de ondervraagden zou kiezen voor geleidelijke afbouw van de loopbaan door deeltijds werken of coachen van jongeren.


 

Andere opmerkelijke resultaten

Uit de studie komen nog een aantal andere vaststellingen naar voor omtrent het koop- en mobiliteitgedrag van gepensioneerden. Zo blijken gepensioneerden evenveel naar de supermarkt te gaan als de actieven, terwijl de markt en buurtwinkels heel wat minder in trek zijn. De helft van de gepensioneerden gebruikt het openbaar vervoer en dat vooral omdat het veilig, aangenaam en gratis is. Ten slotte beweren gepensioneerden beter met de Euro om te kunnen dan de actieven en verklaren ze verder ook al voor grotere bedragen (vakantie, woning) in Euro te denken.


Paul Willems

 









© Vivat.be 2020