De Tesla Roadster, elektrische volbloeds

De Tesla Roadster is een sexy roadster die een prima wegligging combineert met sportieve prestaties. Wat hem bijzonder maakt, is dat hij wordt aangedreven door een volbloeds elektromotor. Verantwoord plezier? Althans als je er het budget voor hebt.

Het Autosalon 2010 zal de geschiedenis ingaan als dat van de eerste marktrijpe, volbloedse elektrische wagens. Of liever: wagentjes. Want in elk paleis stond er wel een pasgeboren (overwegend op maat van het stadsverkeer bedacht) modelletje te blinken dat popelt om met goed gevoede batterijtjes de wereld in te snorren. Maar de enige elektrowagen die je ook kon testen was de Tesla Roadster.


Deze auto is aangedreven door een elektrische batterijen. Het produceert dus geen fijn stof of andere luchtvervuiling en is energiezuiniger dan een klassieke auto. Als je de batterij met hernieuwbare energie oplaadt, is de auto zelfs CO2 neutraal. De toekomst van de benzineauto’s ziet er in verband met de opwarming van de aarde niet goed uit. Het Amerikaanse Tesla zit niet bij de pakken neer en werkt hard aan auto’s die het milieu sparen, zonder concessies te doen aan het rijplezier.

De blitse Tesla Roadster Sport maakt al sinds 2008 de wegen van de VS onveilig. Een roadster in de categorie pluimgewichten, gestript van schakelbak, ontkoppeling en verbrandingsmotorblok, opgetrokken rond robuuste besturingselektronica en krachtvoeding middels oplaadbare batterijen.


Een vernuftig sportautootje dus, dat garant staat voor spetterend rijplezier en bochtenwerk. Zolang je niet verzuimt dit vinnige beestje regelmatig  te belonen met de nodige porties verse stroom. Om de 350 km, moet je rekenen. Dat betekent dat je dus in één ruk van het Atomium tot aan de poorten van Versailles zou kunnen scheuren. Totale trajectafstand: 333 km met tussenstop aan de Eiffeltoren (kilometer 270). Beschouw de resterende 17 kilometers maar als veiligheidsmarge om bij te tanken.

Want bijtanken in Parijs, dat kan. Hedendaags Frankrijk neemt de aangekondigde elektro-autogolf ernstig. Her en der verschijnen oplaadstations in het stadsbeeld. Dit waarschijnlijk tot genoegen van de automerken (van eigen bodem en elders) die in woelige marktdagen besloten op elektriciteit in te zetten.

Rond de Belgische plannen voor het tanken van stroom blijft het opvallend stil. Hoe langer we die uitstellen en er geen werk wordt gemaakt van infrastructuur, hoe meer de situatie bij ons op een de-kip-of-het-ei-spel dreigt uit te draaien. Geen openbare oplaadfaciliteiten, dus geen elektro's op de weg. Of was het omgekeerd?

Ondertussen woedt in de fabriekshallen de wedloop naar  alternatieve succesnummers  verder. De sector kondigde grootschalige productieinspanningen aan en legde zichzelf daarvoor de deadline van 2012 op. De eerste, schuchtere verkenners staan nu al klaar. De Ampera (Opel), de Fluence (Renault), de iOn (Peugeot-Mitsubishi), de C-Zero (Citroën)... allen hebben van het jongste Autosalon gebruik gemaakt om hun ambities duidelijk te maken: een voorsprong uitbouwen op het peloton. 



 









© Vivat.be 2020