De majestueuze Maya-tempels in Midden-Amerika
Toen men de eerste restanten terugvond van de rijke Mayacultuur besefte men aanvankelijk niet dat men een nieuwe beschaving had ontdekt… De verwoestingen die de Spanjaarden in de 16de eeuw in Midden-Amerika hadden aangericht waren hiervan de oorzaak. Enkel ruïnes stonden nog her en der overeind. De ruïnes die nog steeds getuigen van de eens zo machtige cultuur van de Maya’s...
Het Mayarijk strekte zich op zijn hoogtepunt uit over een oppervlakte die tien maal groter was dan België : in het zuiden over het hoogland van Guatemala, Honduras en El Salvador, in het centrum over de Guatemalteekse laagvlakte en in het noorden over het Mexicaanse kalkplateau van Yucatan. Reizigers die zich een beeld willen vormen over deze beschaving, moeten omwille van de uitgestrektheid van het gebied meestal een keuze maken welke ruïnes of steden ze willen bezoeken. In dit artikel gaan we niet proberen op alle aspecten en alle vindplaatsen in te gaan, maar enkel de belangrijkste aanstippen. Voor meer informatie kan men de links op het einde van dit artikel gebruiken.
Laten we evenwel beginnen met een korte uiteenzetting over de geschiedenis van de Maya’s.
De geschiedenis van de Maya’s
Tot ongeveer 150 jaar geleden had nauwelijks iemand ooit gehoord van de Maya’s. Stukje bij beetje kwam men meer te weten over deze beschaving. De Maya’s kwamen voor het eerst naar voor rond 2600 voor Christus. In de eeuwen die daarop volgden waaierden ze uit over heel Centraal-Amerika. Vooral vanaf ongeveer 300 na Chr. groeiden ze uit tot een machtsfactor in hun regio, en stichtten een rijk dat zich vooral uitstrekte over Guatemala en een stuk van Mexico. Eeuwenlang behoorden ze tot de meest geavanceerde volkeren in de wereld. Maar in 900 na Christus viel het rijk van de Maya’s, op uitzondering van enkele satelliet-staten, om een nog onverklaarbare reden uit elkaar. Eeuwenlang heeft men hieromtrent in het duister getast maar sinds kort is men begonnen met het in elkaar leggen van de stukjes van de Maya-puzzel. De klassieke periode van de Maya’s eindigde dan ook rond 900 toen de zuidelijke Mayasteden, zoals Tikal en Palenque verlaten werden en tot ruïnes verwerden.
Mayasteden in het noorden van het Mexicaanse Yucatan bleven bloeien tot omstreeks 1200, waarna het verval langzaam werd ingezet. In de 15de eeuw viel het Mayarijk van Yucatan uiteen in verschillende rivaliserende staatjes, die elkaar naar de kroon staken. De komst van de Spanjaarden in de 16de eeuw zorgde voor de genadeslag. In 1519 begon Hernan Cortes het gebied te exploreren en zijn conquistadores, in combinatie met de Maya’s onbekende ziekten mazelen, griep en pokken decimeerden de lokale bevolking (met bijna 90% in een eeuw tijd). Het enige Mayavolk dat nog tot in de 17de eeuw met rust werd gelaten waren de Itza. De overwonnen Maya’s zouden vanaf de 16de eeuw uitgebuit worden, o.m. door de Spanjaarden en Mexicanen. Regelmatig braken nog rebellieën uit. Ook in de 20ste en 21ste eeuw laten de uitgebuite nazaten van de Maya’s nog van zich horen. In de hooglanden van het Mexicaanse Chiapas vechten ze nog steeds een oorlog uit met de Mexicaanse overheid. In 1992 kreeg de Maya-vrouw Rigoberta Menchu de Nobelprijs voor de vrede voor haar inzet voor de Maya-indianen.
De cultus van mensenoffers
Het feit dat we de dag van vandaag zo weinig kennen over de Maya’s hebben we voornamelijk te danken aan de Spanjaarden. Toen zij voet aan wal zetten in Centraal- Amerika werd het gehele gebied gekoloniseerd. De “vijand” werd uitgeroeid en de steden vernietigd. De Spaanse priesters verbrandden bijna alle geschreven informatie omdat die als heidens beschouwd werd. Hierdoor gingen meer dan tien eeuwen aan wijsheid en cultuur in vlammen op.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de geleerden die de gevonden overblijfselen onderzochten voor een raadsel stonden. Vooral de hiërogliefen brachten hen in verwarring. Men was ervan overtuigd dat het om een soort schrift ging maar naar de betekenis ervan had men het raden. Tot in de 19e eeuw een belangrijk manuscript opdook in de archieven van het Vaticaan. Het bevatte een volledige beschrijving van de kalender van de Maya’s en een vertaling van de hiërogliefen in het Spaans.
De grootste vooruitgang kwam er pas in de jaren vijftig toen geleerden erin slaagden nog meer hiërogliefen te ontcijferen. Zo achterhaalden ze dat de Maya’s meer dan 150 verschillende goden aanbaden die voortdurend gunstig moesten worden gestemd. In het begin volstond dierenbloed maar al snel ging men over tot het offeren van mensen. Maar het bloed van de Maya’s vloeide niet zomaar. Het was verbonden met de zon als symbool van levenskracht en iedere dood werd gezien als een bijdrage aan hun uitgebreid netwerk van steden en buitenwijken.
In de grote steden werden er regelmatig balspelen georganiseerd die men kan vergelijken met het basketbal dat wij vandaag kennen. Twee teams van zeven namen het tegen elkaar op en de bedoeling van het spel was een rubberen bal in een ring te krijgen door enkel ellebogen, heupen of dijen te gebruiken. De aanvoerder van het verliezende team of zelfs het gehele verliezende team werden soms na de wedstrijd ritueel geofferd.
Maar wat men ook moge beweren, de cultus van mensenoffers leidde niet tot de ondergang van de Maya’s. Het is niet zo dat ze door deze offers hun bevolking zozeer decimeerden dat hun voortbestaan hierdoor in gevaar kwam. Het hield hun levensstijl juist in stand (meer voor minder).
Uit de hiërogliefen kunnen we afleiden dat de Maya’s leefden in een sterk verdeelde maatschappij. Iedere stadsstaat heerste over zijn eigen territorium en men vertrouwde op de wederzijdse handelsbelangen en de gedeelde godsdienst om de vrede te kunnen bewaren.
In 900 na Christus heeft er zich echter iets afgespeeld waar we tot op heden geen kijk op hebben. De hiëroglief voor oorlog, een afbeelding van een ster, verscheen in het hele land op de tempels. Werden ze aangevallen door een ander volk? Werd een van de stadsstaten iets te ambitieus? Tot op de dag van vandaag blijft de waarheid over hun uiteindelijke ondergang een goed bewaard geheim.
De belangrijkste historische sites
Tikal
In het midden van de Guatemalteekse jungle ligt Tikal, ooit de belangrijkste stad van de Maya-beschaving. Ze werd omstreeks 500 de eerste grote stad van de Maya’s en zou op het hoogtepunt ongeveer een half miljoen inwoners hebben geteld. Op een oppervlakte van 16 km² staan hier meer dan 3000 gebouwen. Vooral in het centrum van deze ruïnestad hebben de gebouwen reusachtige afmetingen. Tot de belangrijkste behoren de 47m hoge Tempel van de Maskers en de 52m hoge Tempel van de Grote Jaguar. Dan zijn er ook nog de 7 zogenaamde “tweelingpiramides” en een noordelijk tempelcomplex, bestaande uit 16 grote tempels. In 810 werd het laatste grote monument opgericht : de 55m hoge Tempel III. Uiteindelijk ging Tikal rond 900 mee met de klassieke Maya-beschaving ten onder. Pas in keerden er mensen terug toen de ruïnes per ongeluk ontdekt werden door een Spaanse priester en zijn gevolg, die verdwaald waren in de jungle.
Copan
Deze stad ligt in Honduras en wordt gezien als de mooiste stad van de Maya’s, omdat het beeldhouwwerk van een betere kwaliteit is dan elders door het gebruik van het lichtgroene vulkanische trachiet. Elders, zoals in Tikal, gebruikte men kalksteen, die veel makkelijker verbrokkelt. De stad beslaat 40 ha en herbergt onder meer een prachtig tempelcomplex met talrijke piramiden en andere bouwwerken.
Palenque
Palenque is de belangrijkste stad van de Maya’s in Mexico. Pas in 1940 startten de eerste opgravingen en herstelwerken in Palenque. Men trof een aantal merkwaardige bouwwerken aan : de crypte van de Tempel van de Inscripties met de graftombe van de Maya-keizer Pacal (+683), het paleis, de Tempel van de Zon, de Tempel van het Kruis, de Tempel van het Versierde Kruis, de Tempel van de Graaf en de Tempels van de groep N. De site strekt zich uit over een afstand van 48 km² en bevat ook nog een opgegraven speelveld.
De ruïnes van het schiereiland Yucatan
In de Mexicaanse provincie Yucatan bevinden zich ook een aantal belangrijke ruïnesteden, zoals Uxmal, Labna, Kabah en Sayil, en waarvan de bloei samenviel met die van de bovengenoemde steden. Uxmal is ongetwijfeld de belangrijkste van deze groep steden. De Tempel van de Tovenaar in Uxmal wordt gezien als het meest indrukwekkende gebouw dat door de Maya’s gerealiseerd werd.
Ook de stad Chichen Itza in het uiterste noorden van Yucatan is meer dan de moeite waard. In het noorden van Yucatan bleef de Maya-beschaving nog tot rond 1200 bloeien, alvorens het verval langzaam werd ingezet. In Chichen Itza kan men bijvoorbeeld “El Escorial”, een rond observatorium met spiraalvormige trap, en “El Castillo”, de piramide van Quetzalcoatl, bezichtigen. Het architecturale hoogtepunt van Chichen Itza wordt gevormd door de Tempel van de Jaguarkrijgers, een piramide met daarop een tempel. De stad werd in de de eeuw achtereenvolgens verlaten door de Tolteken en de Itza en veranderde in een ruïne.
Verder zijn er nog talrijke interessante Maya-sites, maar daar kunnen we hier niet op ingaan.
Meer info en links :
Paul Willems