Bezoek aan het Alhambra

Het Alhambra is de parel aan de kroon van de Middeleeuwse Arabische beschaving. Een mooie rit is het tot daar, zelfs als we over de drukke ringweg van Granada rijden, waar grote wegwijzers ons naadloos naar de parkings van het Alhambra leiden. De alternatieve reisgids Trotter noemt een bezoek met de auto “een ellende, beste vrienden!”, en gewaagt van “een peperdure parking”, maar dat blijkt allemaal dik mee te vallen.



Een lange rij mensen staat aan te schuiven om een ticket te kopen. Even de waarschuwingen nalezen in onze boekjes. De Groene Gids, onze tweede reisgids, zegt dat we bij de ingang moeten kijken naar de openingstijden van de Nasridenpaleizen, en op basis daarvan onze dag moeten indelen. Om het Alahambra te zien moet je niet alleen lang aanschuiven, je moet ook een agenda bijhouden.


Trotter is nog veel duidelijker. De toegang wordt beperkt tot 8800 bezoekers per dag, “een aantal dat op ieder moment kan bereikt worden”. Je moet de tickets voor de beroemde paleizen twee uur op voorhand afhalen, en als je te laat komt, mag je gewoon niet meer binnen. Gelukkig zijn ze hier na al die jaren perfect georganiseerd en worden de duizenden toeristen vlotjes naar binnen gesluisd. Als we ongeveer een uur staan te wachten, nog een twintigtal mensen voor ons, roept iemand door een megafoon dat er vandaag, het is bijna middag, nog maar 400 bezoekers binnen kunnen. Ons ticket geeft aan dat we de Nasridenpaleizen om half vier mogen bezoeken.
Gelukkig heeft het Alhambra nog meer te bieden dan de picturale en architecturale wonderen van de paleizen. De Generalife, een tuin als een paradijs, het Alcazaba, een indrukwekkend fort op de punt van de rots, en de musea in het paleis van Keizer Karel. Die worden gesubsidieerd door de Europese Gemeenschap, en daar heeft iemand het onzalige idee gekregen om niet-Europeanen inkom te laten betalen. In het Museum voor Schone Kunsten weigert een kleerkast ons de gratis toegang omdat we onze identiteitskaart niet willen tonen. Een principekwestie.
Dan maar geen Schone Kunsten.


Wat kan er trouwens mooier zijn dan de arabesken en de azulejo’s op de muren van de Palacios Nasrides, dan de ranke zuilen en rijkversierde gewelven, dan de prachtige patio’s en salons? De verlammende warmte, de massa’s toeristen, de dorst en de honger: het is plots allemaal vergeten bij de aanblik van dit schitterende bouwwerk, tegelijk een hoogtepunt van kunst, architectuur, beschaving en goede smaak.
Het Alhambra is de mooiste historische site die we ooit bezocht hebben, daarover zijn we het nu al eens.
Onze favoriete gids is de Groene, met duidelijke kaartjes en veel informatie. De man van Trotter schrijft iets persoonlijker. Zijn tips en beschrijvingen lezen we tussendoor, op een bankje.
’s Avonds verdiep ik mij in Tales of The Alhambra, een boek van de Amerikaanse schrijver Washington Irving, die in de 19de eeuw een half jaar in het Alhambra heeft gewoond. Hij wisselt Arabische parabels af met schitterende beschrijvingen van zijn tijdelijke verblijfplaats.

At the entrance, opening into a small court formerly adorned with flowers, is a hall, moderate in size, but light and graceful in architecture. It is overlooked by a small gallery supported by marble pillars and moresco arches. An alabaster fountain in the center of the pavement still throws up a jet of water to cool the place. On each side are depp alcoves with raised platforms, where the bathers, after their ablutions, reclined on cushions, soothed to voluptuous repose by the fragrance of the perfumed air and the notes of soft music from the gallery. Beyond this hall are the interior chambers, still more retired, the sanctum sanctorum of female privacy. For here the beauties of the Harem indulged in the luxury of baths. A soft mysterious light reigns through the place, admitted through small apertures in the vaulted ceiling. … In this cool and elegant retreat which had the freshness and the seclusion of a grotto, I passed the sultry hours of the day as summer advanced, emerging towards sunset.

Ik ben niet vaak afgunstig, maar in het Alhambra zou ik ook best een paar maanden willen logeren. Zonder toeristen natuurlijk. Die waren er in de 19de eeuw ook niet. Dus het domein moet wel tijdelijk gesloten worden.
En dan zou ik een meesterwerk schrijven, over de grote verzoening tussen oost en west en de overweldigende schoonheid van geestelijke en esthetische volmaaktheid.

Website Alhambra

    







© Vivat.be 2020