10 manieren om de files weg te krijgen

Willy Miermans, docent Verkeerskunde aan de Universiteit Hasselt, doet niet aan symptoombestrijding. Hij biedt geen pasklare oplossing aan voor de dagelijkse files op de Antwerpse ring, maar zet bakens uit.


 

Professor Miermans kadert de verkeersproblematiek in een brede maatschappelijke visie op mobiliteit, sociaal, economisch en ecologisch onderbouwd.

1 Sluit niemand uit

“Het doel is dat we ons met z’n allen zoveel mogelijk kunnen verplaatsen maar zo weinig mogelijk kilometers doen. We mogen niet bezuinigen op menselijke activiteiten. Mensen moeten hun ding kunnen doen, dat is een kwaliteitsnorm. Dat noemen we sociale mobiliteit, sommige mensen zijn inderdaad immobiel zijn. Je kan de verschillende soorten verplaatsingen ook heel moeilijk tegen elkaar afwegen. In Nederland heeft men ooit met het idee gespeeld om het zakelijke verkeer voorrang te geven. Niet doen, denk ik dan. Ik vind ziekenbezoek even waardevol als iemand die rondrijdt met een vrachtwagen vol onzinnige producten. We moeten dat zakelijke verkeer ook maar eens onder de loep durven nemen en een eerlijke selectie maken. Wie zijn vergaderingen slecht organiseert, veroorzaakt onnodige verplaatsingen. De helft van de vrachtwagens rijdt gewoon leeg rond. Treinen of vliegtuigen moeten zich strikt houden aan de regels van het netwerk dat ze gebruiken maar als je een auto hebt, mag je op eender welk moment over eender welke weg rijden. Absurd eigenlijk, want zo ontstaat onvermijdelijk de zogenaamde tragedy of the commons, een begrip dat eigenlijk uit de landbouw komt. De commmons, dat waren vroeger de gemeenschappelijke gronden rond de dorpen waar iedereen zijn schapen mocht laten grazen. Dat systeem werkt goed als het aantal schapen binnen de perken blijft maar als de mensen uit winstbejag meer schapen meesturen dan oorspronkelijk was afgesproken, zullen die weien binnen de kortste keren leeg gegraasd zijn. Moraal: individueel voordeel op de korte termijn schaadt het collectieve belang op de lange termijn.”

2 Laat de mensen dichter bij elkaar wonen

“Met een geleerd woord: kostendifferentiatie van locatie. Dat idee heeft me ooit de banbliksems opgeleverd van het ACW, omdat het een volstrekt asociale maatregel zou zijn. Maar de woonplaats is nu eenmaal een belangrijke bron van verkeersproductie. Als ik in de stad woon, ga ik meer te voet. Op de buiten heb ik een auto nodig en kost ik de gemeenschap veel meer. Verreken die kost, laat de mensen voelen dat ze slecht wonen. En beloon ze als ze centraal wonen. Kijk naar Zwitserland. Daar hebben ze corridors (stroken) en knooppunten in de valleien en mag je alleen bouwen binnen een straal van driehonderd meter. In Nederland gebeurt dat ook: eerst het netwerk uittekenen en dan bepalen wat waar kan gebeuren. Wij kijken eerst waar de bouwgrond het goedkoopst is en dan stappen we naar De Lijn om te vragen wanneer er een bus langskomt. Ook die kosten kunnen jaarlijks aangerekend worden. Hetzelfde geldt voor de riolering, voor de wegen, voor de vuilniswagens, voor de kabeldistributie… Extra kosten moeten betaald worden. Het ACW vond dat een asociale visie, omdat alleen de rijken die kosten zouden kunnen betalen. Alsof de rijken niet altijd meer privileges zouden hebben. Laat die mensen daar dan toch voor betalen!”

3 Concentreer belangrijke functies en activiteiten

“De overheid moet ook voor zichzelf een veel strikter locatiebeleid voeren, de juiste dingen op de juiste plaats laten zetten dus, en zo de kwaliteit van de open ruimte verbeteren. Hoe krijg je de mensen anders aan het lopen en aan het fietsen? Vooral maat houden dus, in de meest letterlijke zin van het woord. We moeten de basisfuncties van een gemeente, scholen, ziekenhuizen, concentreren binnen een straal van twee kilometer. Nu is er veel te weinig overleg in Vlaanderen. De minister van Mobiliteit wil dat we onze verplaatsingen beperken terwijl zijn collega van Welzijn ziekenhuizen laat bouwen buiten de stad. Zelfde probleem in het onderwijs: de scholen fusioneren en trekken weg uit de stad. Weer meer verkeer. Die versnippering over drie, vier beleidsniveaus heeft trouwens nog een nadeel. De opbrengsten van een goede maatregel komen soms terecht op een ander niveau. Zo gaan de inkomsten van het handhavingsbeleid, van de boetes dus, naar de federale overheid. Waarom moeten de gemeentes dan zelf hun agenten betalen? Laten we uit die boetes een fonds oprichten en dat geld opnieuw investeren. In een betere, meer geconcentreerde en doordachte infrastructuur bijvoorbeeld. Nu laten we onze steden groeien als olievlekken, radioconcentrisch, en dat maakt het heel moeilijk om met collectief vervoer te werken. We zouden ook de tramlijnen opnieuw kunnen verlengen. In Antwerpen zijn die twintig, dertig jaar geleden allemaal verwijderd, een stommiteit die de Zwitsers nooit begaan hebben. En als de grote steden goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer, kan je de omliggende provinciesteden, rond Brussel zijn dat Leuven, Aalst en Halle, met elkaar verbinden via corridors, opnieuw naar Zwitsers voorbeeld. De overheid en de bedrijfswereld moeten dan wel bereid zijn om hun activiteiten te spreiden, maar wat is er mis met een kantoor in Leuven? Ik begrijp niet dat al die firma’s zonodig in Brussel willen zitten.”

Wordt vervolgd









© Vivat.be 2020