Toch maar kernenergie?
Het leek nochtans allemaal in kannen en kruiken: vanaf 2015 zou België beginnen met de geleidelijke sluiting van de kerncentrales. De opwarming van de aarde heeft het hele debat weer opnieuw doen oplaaien.
Bij elke tankbeurt word ik ermee geconfronteerd: wat voor ongelooflijke uilen wij toch zijn dat we de kernenergie willen afschaffen. Nu uit verschillende onderzoeken ook nog eens blijkt dat de gevolgen van de nucleaire ramp in Tsjernobyl in de verste verte niet de doemscenario’s benaderen die ons twintig jaar geleden werden voorgespiegeld, krijg ik het al helemaal op mijn heupen.
De beslissing om de kerncentrales te sluiten, getuigt van een gebrek aan intelligentie, zeg maar van achterlijkheid. België heeft zelf geen grondstoffen. De enige nuttige rol dat een grondstofarm land als België nog kan spelen in de energiewereld is als voortrekker in de kerntechnologie en aanverwanten. Het enige mogelijke energie-exportproduct voor ons is de kennis over een duurzaam kernenergiebeleid en de conversie ervan naar elektriciteit. Vroeger kwamen zo de Amerikanen hier de kernwetenschappers weghalen. Het atoomcentrum van Mol genoot 40 jaar geleden wereldfaam. Toen waren wij Belgen nog pioniers.
En hypocriet zijn we ook: we kopen liever onze elektriciteit veel te duur van Frankrijk die daar… -inderdaad- voor 80% door kernenergie wordt opgewekt!
Maar er zijn nog veel belangrijkere redenen om acuut te stoppen met het gebruik van aardolie als energiebron. Men gaat ons dat de komende generaties zelfs zeer kwalijk nemen. Aardolie hebben we namelijk ook nodig als basis voor kunststoffen. En kunststof is een basiselement van onze beschaving geworden. Ja, zeggen de groene jongens dan, maar daar kan je ook plantaardige olie voor gebruiken. Een petrochemische fabriek produceert minstens duizend ton kunststofbasis per dag. Een hectare koolzaad kan hooguit vijf ton per jaar van dat spul opbrengen. Probeert u zich maar eens in te beelden hoe groot de benodigde oppervlakte moet zijn om die ene fabriek te bevoorraden. Om aan de totale behoefte te voldoen, zouden we zowat alle bossen en landbouwgebieden op de aardbol moeten laten verdwijnen in ruil voor koolzaadvelden of suikerrietplantages. Het verhaal van de koolzaadolie, en van eender welke andere zogenaamde biotechnologie, is volksverlakkerij van de eerste orde.
Even groen, in beide betekenissen van het woord, is het advies om spaarzamer met energie om te gaan. Wie denken ze wel dat ze zijn om te zeggen dat ik minder energie moet gebruiken terwijl zij ervoor pleiten om onze enige grondstof voor kunststof in smerige rook te laten opgaan? Het heeft een miljard jaar geduurd voor de aardolie gebruiksklaar was en wij stoken ze in één zucht weer op. Welke rechtgeaarde milieuactivist kan zich daar nu mee verzoenen?
Er bestààt gewoon geen reëel energie alternatief. Het enige duurzame energiebeleid dat we ons met z’n allen kunnen veroorloven is kernenergie om elektriciteit te produceren, aangevuld met waterstofconversie om die energie op kleine schaal weer om te zetten in elektriciteit zoals bijvoorbeeld om er auto’s mee aan te drijven. Wie het tegendeel beweert, denkt dogmatisch, en dat is ons al veel te vaak veel te duur komen staan.
Het hele kernenergieverhaal dient dringend opgewaardeerd te worden van het splijtende politieke niveau naar een éénmakende moraalfilosofie. Dit soort van ecologie overstijgt politiek, ook al omdat de politici bewezen hebben dat ze met dit thema hoegenaamd geen raad weten. Als je wil dat de aarde versneld teloor gaat, laat dan de milieuzorg en het energiebeleid over aan de politiek.
Nee, de democratie schiet alsnog heel ver tekort, zeker als je ziet wat voor onbenullen men als experts durft op te voeren. Ik daag ze in ieder geval allemaal uit om bovenstaande te weerleggen. Dat ze nu opstaan en spreken of voor altijd hun mond houden, zodat mensen met wat kennis van zaken de broodnodige voorlichting kunnen overnemen. (Jeff Hoeyberghs)