Is het einde van de bijen nabij?

Als we sommige doemverhalen mogen geloven, is het einde van de honingbij nabij. Miljoenen beestjes zijn de afgelopen jaren op mysterieuze wijze verdwenen en gestorven.


 
Lente 2002. In Israël worden de imkers geconfronteerd met een mysterieus probleem: hele kolonies honingbijen verdwijnen op onverklaarbare wijze uit de korven of sterven ter plaatse. Alleen de koningin blijft achter. Overlevende bijen vertonen vreemd gedrag en verwaarlozen hun werk.

Wetenschappers gewagen van een nieuw virus, het Israeli Acute Paralysis Virus (IAPV), letterlijk het ‘acute Israëlische verlammingsvirus’. Het zou verspreid worden door de varroamijt (Varroa Destructor), een uitwendige parasiet die zich nestelt in de broedcellen van bijen en daar de hemolymfe wegzuigt, het lichaamsvocht van insecten. De Varroa Destructor is de vampier onder de mijten. In 1992 roeide ze bijna de hele Engelse bijenbevolking uit. Alleen het grootschalige gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen heeft de opgang van de varroamijt toen kunnen stuiten, maar daar blijkt het beestje nu resistent tegen geworden.In 2005 arriveren de eerste Australische honingbijen in de Verenigde Staten. Imkers worden al enige tijd geconfronteerd met slinkende kolonies en hopen de bijenpopulatie zo op peil te kunnen houden.

Het aantal bijenkolonies is sinds de Tweede Wereldoorlog gestaag gedaald, in Amerika alleen al van 5 naar 2,5 miljoen. Maar die bijen moeten wel steeds meer gewassen bevruchten en worden om die reden steeds vaker en verder getransporteerd. Echte seizoensarbeiders zijn het geworden, maar dan wel in een moordend economisch systeem. De stress van de verplaatsingen verzwakt het gestel van de honingbijen en maakt hen vatbaar voor ziektes en virussen.

Zijn het de Australische honingbijen die IAPV naar het Amerikaanse continent hebben gebracht? Of ligt de schuld bij de Chinezen en de koninginnenbrij die ze sinds enkele jaren exporteren? Feit is dat de bijen er geen weerstand tegen hebben en collectief het loodje leggen.

De laatste lente?

Er zijn wereldwijd nog nooit zoveel honingbijen gestorven of verdwenen als in de winter van 2006-2007. Sommige Amerikaanse imkers rapporteerden een verlies van 90%. Er werden in het verleden wel vaker gevallen gemeld van grote bijensterfte, in de jaren 1880, 1920 en 1960, maar nooit van deze orde. En zeker niet in Vlaanderen, waar de ‘verdwijningsziekte’ in bepaalde streken tot 70% van de bijenpopulatie treft. De Vlaamse regering maakt 50.000 euro vrij voor nader onderzoek. Vlaanderen telt ongeveer 50.000 ‘bijenvolken’.
Over de oorzaak van de ziekte, in de Verenigde Staten ‘geïdentificeerd’ als Colony Collapse Disorder (CCD), tasten wetenschappers nog altijd in het duister. Elektromagnetische stralen? Genetisch gewijzigde gewassen? De opwarming van de aarde? Vervuiling? Vermoed wordt wel dat de varroamijt verantwoordelijk is voor de overdracht van het virus. ‘We kennen de oorzaken van de verhoogde mijtenpopulatie niet,’ zegt Frank Jacobs, bijenexpert en docent zoofysiologie aan de universiteit van Gent. ‘Dus weten we ook nog niet wat we ertegen kunnen doen. Het idee is al geopperd om bijenreserves te kweken in natuurgebieden. Alleen is het niet duidelijk of er wel een plaats bestaat waar de bijen niet sterven.’ (De Standaard, 12 februari 2008)

De honingbij: de beste vriend van de mens?

Je kan ook een vibrator gebruiken om planten te bestuiven (nee, niet zo’n vibrator) maar een honingbij doet het zoveel efficiënter. In ideale omstandigheden kunnen ze de productie met 28% verhogen, voor amper 1% van de totale productiekosten. Natuurlijke bestuiving levert ook betere en grotere vruchten op, vrij van pesticiden bovendien, want daar kunnen bijen absoluut niet tegen. Honingbijen zijn harde werkers die rond 450 planten per uur kunnen bestuiven, ook in commerciële serres.

De bijenteelt bestaat al sinds mensenheugenis. Perzen, Grieken, Romeinen en Egyptenaars kenden het gebruik van honing als voedsel en geneesmiddel en wisten ook hoe de bijen het werk verdeelden. Karel de Grote liet in de Middeleeuwen wetten uitvaardigen om de bijenteelt te beschermen, met honing en bijenwas werden belastingen betaald. De invoer van rietsuiker uit Amerika en de ontwikkeling van nieuwe, ook kunstmatige zoetmiddelen hebben het belang van de honingindustrie sinds de Renaissance sterk ingeperkt. Maar de honingbij wordt sindsdien ingezet voor de bestuiving van meer dan 130 soorten noten, amandelen, bessen, fruit en groenten, ongeveer een derde van alle eetbare gewassen. We zouden het natuurlijk ook zelf kunnen doen, met een vibrator, maar zo doeltreffend als de bijtjes zullen we nooit worden.

Honingbijen leven samen in groepen (kolonies, volken) van tien tot zestigduizend individuen. De moer of koningin legt eitjes, de werksters bouwen het nest, verzamelen voedsel, verzorgen de kleintjes (‘het broed’) en verdedigen de groep. De darren zijn alleen nodig om de soort voort te zetten.

Bijen overwinteren in groep. Pas wanneer de imkers (meestal in februari) de korven openen, kunnen ze zien hoe het met de kolonie gesteld is. Colony Collapse Disorder (CCD) is niet zozeer een ziekte dan wel de vaststelling van het feit dat een groot deel van de bijen in de korf dood of verdwenen zijn.

P.S. Albert Einstein heeft nooit een woord gezegd over bijen, toch niet voor zover zijn biografen kunnen beoordelen. De quote dat 4 jaar na het einde van de bijen ook de mensheid zou tenonder gaan, zou in 1994 gelanceerd zijn door iemand van de Franse honingsector, tijdens een demonstratie in Brussel tegen het nieuwe Europese invoerbeleid voor honing. De stadslegende wordt uitgebreid weerlegd op Snopes.com.

(Karel Michiels)









© Vivat.be 2020