Geen maagdenvlies en toch nog maagd
Maagdelijkheid is een uitbreiding van de monogamie. Als seks niet kan buiten het huwelijk, zijn ongehuwde vrouwen per definitie maagd. Sommige mensen zijn zodanig geïndoctrineerd door hun religie dat het leven van die meisjes in gevaar komt als ze op de huwelijksnacht niet de indruk kunnen wekken dat er een bloeding is. Als een dokter zo’n meisje voor zich krijgt, behandelt hij haar met hetzelfde respect als iedere andere patiënt .
In een prehistorisch, biogrammatisch stammenverband was maagdelijkheid geen issue. Geslachtsrijpe meisjes werden immers heel snel uitgehuwelijkt. Ze hoefden hun maagdelijkheid niet angstvallig te bewaken voor de eerste huwelijksnacht, dat was gewoon vanzelfsprekend. In dezelfde adem als je vrouw werd, had je seks en kreeg je een kindje.
Later, met de verstedelijking van de samenleving, is de huwelijksleeftijd met een paar jaar uitgesteld en kregen de meisjes plots problemen met hun maagdelijkheid. Maar die evolutie was wel noodzakelijk. Wie zou er anders voor al die kinderen moeten zorgen van jonge meisjes die meteen zwanger worden, nog voor ze gepaard zijn met het oog op een levenslange gezinsverbintenis? Om die reden hebben sommige religies de maagdelijkheid dan maar verheven tot sacrament.
Herstel van het maagdenvlies
Als plastisch chirurg ga ik dus in op het verzoek van sommige vrouwen om hun maagdenvlies te herstellen. Maagdenvliesherstel wordt trouwens al tientallen jaren terugbetaald door het ziekenfonds. Als arts kàn je daar ook niet zomaar omheen fietsen. Uiteraard gaan we eerst op zoek naar een alternatieve oplossing maar die is er vaak niet. Die oorspronkelijk allochtone meiden leven nu hier, in onze gemeenschap, en hebben automatisch meer voorhuwelijkse betrekkingen dan hun moeders en grootmoeders. Anderzijds kunnen ze via internet perfect uitvlooien hoe ze hun waarde behouden op de huwelijksmarkt van de kleine, traditionele gemeenschap die ze toch nog niet helemaal de rug hebben toegekeerd. Op die markt is een ‘ongeschonden’ maagdenvlies een doorslaggevend argument, soms zelfs levensbelangrijk.
Maagdelijkheid is relatief
Vandaar dat het aantal meisjes en vrouwen die hun maagdenvlies laten herstellen de laatste jaren vrij fors gestegen is: de verleidingen zijn groter terwijl de oude seksuele moraal toch gehandhaafd moet worden. 89% van de moslimvrouwen wil tijdens de huwelijksnacht bloeden uit eerbetoon voor de ouders, zo blijkt uit een onderzoek, maar ook uit angst voor straf of verstoting. 50% van de meisjes zou graag zien dat ook hun eigen dochters zich later aan de norm houden.
Maar die moraal kent minstens één groot misverstand: maagdelijkheid is het gevolg van een bepaald gedrag en zeker geen absoluut gegeven dat je kan aflezen aan de staat van het maagdenvlies. Sommige vrouwen worden geboren zonder maagdenvlies (ongeveer één op duizend), je kan het maagdenvlies scheuren met tampons of door masturbatie, 44% van de vrouwen bloedt helemaal niet tijdens de eerste vaginale penetratie… De echte ontmaagding komt er pas met de mannelijke penetratie maar die staat los van de anatomische toestand.
Sommige mannen nemen genoegen met zo’n wetenschappelijke verklaring en aanvaarden dat hun toekomstige vrouw tijdens de huwelijksnacht wellicht geen bloed meer zal verliezen. Anderen, de meer fundamentalistische moslims, weigeren dat te geloven. Als zij zouden merken dat hun bruid geen ‘maagd’ meer is, om wat voor reden dan ook, zouden ze haar wel eens kunnen verstoten, mishandelen en zelfs doden.
Er zijn verschillende chirurgische manieren om aan maagdenvlieshersel te doen. Sommige vrouwen nemen genoegen met een kleine hechting enkele dagen voor het huwelijk, zodat er bij het ‘scheuren’ toch een lichte bloeding ontstaat. Anderen verlangen een volledige reparatie met organisch weefsel dat desgewenst nog levenslang kan meegaan. Veel hangt af van het ‘vertrouwen’ dat de kersverse echtgenoot stelt in zijn bruid, en de mate waarin hij haar lichaam exploreert.
Als ik die meisjes help, doe ik dat dus om een bepaalde illusie in stand te houden. Wat ik trouwens voor àl mijn patiënten doe. (Jeff Hoeyberghs)