Fruit en groente: enkele vastgeroeste ideeën ontkracht

Het is geen geheim dat fruit en groente de basis vormen van een evenwichtige voeding. Ze zijn onze belangrijkste bron van vitamines en mineralen, en daarom de beste vriend van onze gezondheid, onze conditie en ons gewicht!

 


Precies daarom moeten ze ook deel uitmaken van elke maaltijd. Er circuleren een aantal waarheden over groente en fruit  die we graag even onder de loep zouden nemen. Theorieën over miraculeuze eigenschappen, verwerkingsmethodes… eens kijken wat ervan aan is.

Van ananas val je af

NIET WAAR.  Van alle misvattingen over fruit is dit waarschijnlijk de hardnekkigste. Ananas heeft net zo min als pompelmoes invloed op ons gewicht. Zijn reputatie als tovermiddel bij het vermageren dankt de ananas aan de stof bromeline, een enzym dat vet zou "opeten". Wat weinigen weten, is dat het essentiële bestanddeel van bromeline zich bevindt in de stengel van de ananas en niet in de vrucht. Daarbij komt nog, dat de stof inwerkt op de vertering van proteïnes, en niet op de vertering van vetten.

Spinazie bevat meer ijzer dan andere groenten
NIET WAAR. Popeye dankt er dan wel zijn spierballen aan, maar spinazie blijkt in realiteit helemaal niet zo’n spectaculaire bron van ijzer. Voor onze dagelijkse ijzerbehoefte doen we beter een beroep op vlees en vis.

Geperst fruit is even gezond als ongeperst fruit
NIET WAAR. Fruit is rijk aan vezels, en die gaan verloren bij het persen. Fruit is daarom een betere hongerstiller dan sap. Bovendien moet je fruitsap onmiddellijk na het persen opdrinken, want de vitamine C wordt vernietigd door contact met licht en lucht. Alleen de calorische waarde van fruit blijft hetzelfde als je het perst.

Diepgevroren groente bevat minder vitamines dan verse groente

NIET WAAR. In tegenstelling tot wat men zou denken, bevatten bevroren groenten evenveel, zo niet meer vitamines dan verse groenten. Tijdens het vervoer en de bewaring gaan er immers vitamines verloren door contact met licht en lucht. Het invriezen gebeurt onmiddellijk na de oogst en bevordert zo het behoud van vitamines en dus ook van de voedingswaarde van groenten.

Alle fruit bevat evenveel vitamine C
NIET WAAR. Het merendeel van de fruitsoorten is inderdaad rijk aan vitamine C. Maar er zijn uitzonderingen. Appels, peren, druiven en kersen bevatten drie tot twintig keer minder vitamine C dan appelsienen, aardbeien, mango’s of kiwi’s. Daarom is het zo belangrijk om te variëren in je voeding, ook wat fruit betreft.

Als je jam maakt, blijven de vitamines uit het fruit behouden

NIET WAAR. De vitamines in fruit zijn heel kwetsbaar, ze worden zo goed als allemaal vernietigd door koken, zeker als dit gebeurt in ijzeren of koperen recipiënten. Jam is iets wat we voornamelijk eten voor ons plezier, en dat qua voedingsstoffen vooral rijk is aan… suiker!

Mélina Hoffmann









© Vivat.be 2020