Acht federale overheidsrestaurants verminderen hun ecologische voetafdruk
Door een menu samen te stellen met meer seizoensgebonden groenten, minder vlees en meer vegetarische alternatieven, zijn acht federale overheidsrestaurants erin geslaagd om hun ecologische voetafdruk te verkleinen met 1.200.000 m², gelijk aan de oppervlakte van 1 voetbalvelden.
We kunnen dit resultaat alleen maar toejuichen! De acht restaurants verkleinden niet alleen hun ecologische voetafdruk met 1.200.000 m², maar verminderden ook het waterverbruik met 190.000 m³, gelijk aan de inhoud van 76 olympische zwembaden! In totaal verminderden ze hun CO2-uitstoot met 165 ton. Dat is gelijk aan de uitstoot van een dieselwagen die 32 keer rond de aarde rijdt.
De uitdaging was voorgesteld door de Programmatorische Federale Overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling (POD DO). De beheerders en de chefs engageerden zich om het vlees te verminderen met 20 %, de hoeveelheid seizoensgebonden groenten te verhogen naar 70 % en het vegetarisch aanbod te verbeteren en te verhogen.
Om dit te realiseren kregen de beheerders, de chefs en het keukenpersoneel van deze restaurants gedurende een half jaar een gepersonaliseerde begeleiding en coaching van de organisaties Velt, Ecolife en écoconso. Ze volgden ook twee kookworkshops bij ecokoks Nicola Kersting en Damien Poncelet. Dankzij deze begeleiding ontdekten de restauranthouders nieuwe, duurzamere producten en leerden ze hoe ze de milieu-impact van menu’s konden berekenen.
De deelnemende restaurants waren er drie van de FOD Financiën (Brussel, Leuven en Malmedy), en daarnaast de restaurants van de FOD Kanselarij van de eerste minister, FOD Justitie, FOD Personeel en Organisatie, FOD Mobiliteit en Vervoer, en de
FOD Binnenlandse Zaken.
Vooraf had de POD DO een enquête gevoerd bij 00 federale ambtenaren. Het bleek dat 90 % van hen te veel vlees at, maar slechts 65 % van de respondenten gaf aan dat minder vlees eten mogelijk was.
Deze resultaten bewijzen dat een duurzaam aanbod in de horeca kan. Goed geïnformeerde mensen voelen zich vaak vanzelf betrokken. Wanneer komt hetzelfde initiatief in scholen en bedrijven?
Melody De Visscher