Geen vooruitgang zonder economie

Na de introductie van het christendom en de val van het Romeinse rijk gleed de Europese beschaving af naar het culturele dieptepunt van de middeleeuwen. Het was de economische bedrijvigheid in de late middeleeuwen die de stilstand in het denken gedeblokkeerd heeft. Daarna pas was er weer ruimte voor beschaving en intellectuele ontwikkeling.


Economische bloei is een voorwaarde voor culturele opleving. Geld bracht vrijheid, vrijheid zwengelde de creativiteit aan en zo bloeiden de kunsten op. Wetenschap is één van die vele kunsten, net als muziek, architectuur, literatuur, schilder- en beeldhouwkunst, enzovoort. Wat alle kunsten gemeen hebben, is hun behoefte aan een rijke sponsor (mecenaat) en hun gedrevenheid door creativiteit. Wat je van de professor scheikunde misschien moeilijk kan zeggen, maar dat is dan ook geen wetenschapper maar een onderwijzer. Of zoals de Britten zeggen: “Those who can, do. Those who can’t, teach.”

Het feit dat we nu gedwongen worden om de wereldrijkdommen wat eerlijker over de wereld te verdelen, leidt tot relatieve verarming van het westen. Wij hebben immers van oudsher de rest van de wereld geplunderd en hun rijkdommen naar ons toe getrokken. Met rasse schreden worden de rollen nu omgedraaid: boontje komt om zijn loontje. Wij zijn afhankelijk geworden van verre landen, niet alleen voor grondstoffen maar ook voor technologie en wetenschap. Het is daarom des te belangrijker dat we bewust omspringen met de culturele achteruitgang die onze economische dreigt te veroorzaken. Enkel door ons hoofd niet in het zand te steken, kunnen we de verstarring van onze eeuwenoude culturele verworvenheden afwenden. (Jeff Hoeyberghs) 









© Vivat.be 2020