De Wereldhandelsorganisatie of World Trade Organisation (WTO)
Naast de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) vormt de WTO een derde internationale organisatie die de liberalisering van de wereldhandel wil bevorderen. Tot voor de top van de WTO in Seattle eind 1999 kenden weinig mensen deze organisatie. De anti-globalisten en anders-globalisten zetten de WTO op de kaart. De beelden van de uit de hand gelopen protesten gingen immers de wereld rond. Maar waar houdt de WTO zich eigenlijk mee bezig?
De WTO geldt als de opvolger van de GATT (General Agreement on Tariffs and Trade), een organisatie die verschillende onderhandelingsrondes hield over de liberalisering van de wereldhandel. Tot de oprichting van de WTO werd beslist tijdens de onderhandelingsronde van Uruguay (1986-1994). De WTO ontstond in 1995 en vestigde het hoofdkwartier in het Zwitserse Genève. Momenteel telt de organisatie 145 leden.
De WTO houdt zich vooral bezig met de handelsregels tussen landen. Tot haar belangrijkste taken behoren het organiseren van onderhandelingsrondes over handel, als scheidsrechter optreden bij handelsdisputen tussen landen, toezicht op het nationaal handelsbeleid van de leden, samenwerking met andere internationale organisaties.
Daarnaast verleent de WTO technische assistentie aan en richt trainingsprogramma's in voor de ontwikkelingslanden. Deze landen beschikken immers vaak niet over het nodige kapitaal om gespecialiseerde en uitmuntende advocatenbureaus in te schakelen voor de verdediging en uitwerking van voorstellen. Ze kunnen daarom een beroep doen op een afdeling van de WTO die juridische assistentie verleent en hen wegwijs maakt in de doolhof die het handelsrecht van de WTO is. Daarnaast kunnen cursisten onderricht krijgen in de spelregels van de internationale handel. De opgedane kennis kan in eigen land dan aangewend worden om de toestand te verbeteren.
Hoewel de WTO op het eerste zicht dus heel wat doet voor de ontwikkelingslanden, blijft er een probleem op het vlak van de werking en de besluitvorming. De werking is niet transparant en weinig mensen hebben dus zicht op wat er zich binnen deze mogol allemaal afspeelt. Hoe de besluitvorming tot stand komt is een ander heikel thema. Anders-globalisten en andere critici wijzen erop dat intimidatie en omkoping nooit veraf zijn. Daarenboven slagen de machtige landen er bijna altijd in de besluitvorming en de onderhandelingsrondes naar hun hand te zetten. Dit heeft te maken met de machtspolitiek van de groten, maar meestal ook met de gebrekkige kennis van de spelregels bij de vertegenwoordigers van de ontwikkelingslanden.
Na Seattle 1999
De eerste jaren van zijn bestaan genoot de WTO nog een relatieve onbekendheid bij het grote publiek. Dit veranderde in november 1999 toen naar aanleiding van de ministeriële WTO-top in Seattle massale protesten uitbraken tegen de organisatie. De protesten ondermijnden de vergaderingen en stuurden ze zelfs volledig in de war. De top viel in het water, ook omdat de ontwikkelingslanden zich plots gesterkt voelden en zich minder meegaand opstelden. Het belangrijkste gevolg van deze protesten in Seattle was evenwel de geboorte van het anders-globalisme. Allerlei groepen en mensen van verschillende strekkingen en met verschillende achtergronden vonden elkaar. Milieuactivisten, vakbonden, vrouwenorganisaties, boerenorganisaties, ontwikkelingsorganisaties,... allen beseften plots dat ze een gemeenschappelijke vijand hadden en sloegen de handen in elkaar. Topontmoetingen van wereldleiders kregen sindsdien af te rekenen met massale protesten tegen de globalisering. Ook werd een Wereld Sociaal Forum ingericht in het Braziliaanse Porto Allegre (elk jaar in januari), dat als tegenhanger moet dienen voor de jaarlijkse topontmoetingen in het Zwitserse Davos (ook in januari) van het Wereld Economisch Forum, waar wereldleiders en topfiguren uit de financiële wereld elkaar jaarlijks ontmoeten om het economische beleid van de volgende jaren te bespreken.
De WTO kreeg dus af te rekenen met heel wat tegenkanting, maar verdedigt zichzelf tegen deze aantijgingen door te stellen dat de ontwikkelingslanden zonder de ordenende werking van de WTO er nog veel slechter aan toe zouden zijn. Hoe het ook zij, er dringen zich in ieder geval een aantal veranderingen op binnen de WTO. In de eerste plaats moet men de werking en de besluitvorming doorzichtiger en democratischer maken en ervoor zorgen dat de ontwikkelingslanden beter aan hun trekken komen.
In september 2003 zal trouwens een ministeriële WTO-vergadering doorgaan in het Mexicaanse Cancun. Op naar een nieuwe confrontatie tussen twee verschillende wereldbeelden?
Paul Willems