X-Files van de Geschiedenis 8

Jezus Christus heeft echt bestaan, zij het niet zoals de vier evangelisten hem tientallen jaren na zijn dood beschreven hebben, laat staan als de supergod die Constantijn (zie aflevering 7) van hem gemaakt heeft.




Het meest accurate portret van Jezus Christus wordt wellicht geschetst in de beruchte Dode Zee-rollen, eind jaren ’40 teruggevonden in een verlaten grot in Qumran, ten oosten van Jeruzalem, en sindsdien het voorwerp van geladen polemieken en discussies. Niet in het minst omdat de Israëlische overheid, in samenspraak met het Vaticaan, de inhoud van de rollen nog altijd maar mondjesmaat prijsgeeft. Die inhoud zou de joodse én de christelijke religie namelijk wel eens op hun grondvesten kunnen doen daveren, zo afwijkend zouden de verhalen en overleveringen zijn zoals die nochtans rond het jaar nul, en dus vanuit de bevoorrechte positie als ooggetuige, werden neergeschreven.

Om te beginnen was Jezus gewoon een jood, een man die behoorde tot het uitverkoren volk dat lang geleden verdreven was uit Egypte. De Kerk heeft nooit een deftige verklaring kunnen geven voor de afkomst van JC, de joden hebben hem nooit willen erkennen als landgenoot, en toch kwam de man al op jonge leeftijd in contact met de meest radicale van alle joodse geloofsgroepen, de Essenen, ook wel Nazoreeërs genoemd. Jezus van Nazareth (het dorpje bestond niet eens in zijn tijd) was dus eigenlijk Jezus de Nazoreeër. Hoe dan ook, de Essenen beweerden dat ze over ‘geheime kennis’ beschikten (onthoud die claim!) en verzetten zich tegen de Romeinse onderdrukking vanuit een mystieke levensvisie, een kosmologie die haar oorsprong vond in het oude Egypte en mogelijk nog veel verder terug in de tijd, en de fundamenten legde voor de latere Vrijmetselaar.

Liefde, broederlijkheid en liefdadigheid zouden ons volgens de Essenen dichter bij Gods koninkrijk brengen, en dat was wel degelijk een rijk van deze aarde, waar het joodse volk in vrijheid zou kunnen leven, geregeerd door een echte joodse koning, een koninklijke Messias van de stam van Judah, een afstammeling van koning David. Aan de top van de sterk hiërarchische Esseense maatschappijstructuur stonden Johannes de Doper en Jakobus, die Jezus’ broer zou geweest zijn en ook de allereerste bisschop van Jeruzalem. Samen zouden zij de opkomst en ondergang van JC beraamd hebben, mogelijk zelfs zijn kruisiging en verrijzenis, die het ultieme bewijs moesten vormen dat hij de Messias was.

Historici weten intussen dat Jezus in zijn tijd lang niet de enige wonderdoener was, scheikundigen kunnen exact beschrijven met welke natuurlijke middelen men hem schijndood kon maken, om hem drie weken later weer ‘op te wekken uit de doden’.
Jezus zou al op heel jonge leeftijd (12?) ingetreden zijn in het ‘klooster’ van Qumran, de priesterschool van de Essenen, waar hij zorgvuldig werd voorbereid op zijn taak, onderwezen door Johannes en Jakobus. In die periode zou Jezus zelfs een bezoek hebben gebracht aan India, om nog meer universele (boeddhistische? hindoeïstische?) wijsheid te vergaren. In de laatste jaren van zijn leven, de enige periode waarover de bijbel ons iets vertelt, ontpopte hij zich tot een heuse vrijheidsstrijder, een Che Guevara avant la lettre, een charismatische revolutionair die met zijn volksleger de Romeinen uit Palestina wilde verdrijven. Het was die (grotendeels voorgeprogrammeerde) militante houding die Jezus een plaats heeft gegeven in de geschiedenisboeken en zijn naam in het collectieve geheugen heeft gegrift. Ook dat van Constantijn dus, die JC ruim 300 later definitief onsterfelijk zou maken.

Aflevering 9 De vrouwelijke Messias

        







© Vivat.be 2020