X-Files van de Geschiedenis 28: de mythische macht van de Merovingers

We bladeren verder door de verborgen geschriften van de geschiedenis. Wat heeft de grote krijger Clovis te maken met Maria-Magdalena? En zou hij ooit in Rennes-le-Château geweest zijn?


Aflevering 1
Aflevering 27

De koning van de Merovingers was een absolute despoot. Hij hield geen rekening met de adviezen van de volksvergadering en stelde zelf de bisschoppen aan. Hij kon niet lezen of schrijven. Graven, hertogen en andere grootgrondbezitters werden niet gecontroleerd. Er bestond geen algemeen geldende rechtspraak. De zo geroemde Lex Salica (Salische Wet) diende alleen om schadevergoedingen te bepalen. Bloedwraak was nog altijd aan de orde van de dag. Het Romeinse belastingstelsel werd omgevormd tot een vroege vorm van feodaliteit. Al het geld naar de rijken!

De nazaten van Clovis konden het Frankische grondgebied, het Frankenrijk, nog aanzienlijk uit te breiden, maar ze vochten toch vooral tegen elkaar. Dagobert I was de laatste Merovingische koning (629-639) die het volk achter één vlag kon krijgen. Na hem zouden de Peppijnen en de Karolingers de Frankische eer nog een paar eeuwen hooghouden, Karel De Grote liet zich in 800 tot eerste roomse keizer kronen, maar het zijn de Merovingers die ook vandaag nog tot de verbeelding blijven spreken. Letterlijk dan.

De mythe

U moet maar eens gaan kijken, in de abdij van Tongerlo. Daar hangt, in een zijgebouw, een perfecte kopie van Leonardo Da Vinci’s Het Laatste Avondmaal. Als u het onderwerp en de geschiedenis van het kunstwerk niet zou kennen, zou ik u ongetwijfeld kunnen wijsmaken dat de figuur rechts van Jezus een vrouw is. Officieel gaat het hier om Johannes, Zijn ‘meest geliefde leerling’, maar de vormgeving, de kledij en de kleursymboliek van de figuur suggereren volgens sommige new age historici dat Leonardo wel degelijk Maria-Magdalena voor ogen had. De gevallen vrouw, zoals ze in onze bijbelse geschiedenis bekendstaat, de verstoten hoer, zou in werkelijkheid de vrouwelijke leider van Jezus’ revolutionaire beweging geweest zijn, een priesteres die de spirituele wijsheid van de Egyptische godin Isis integreerde in de blijde christelijke boodschap van liefde en mededogen. Martin Scorcese (Last Temptation of Christ) en Monty Python (The Life of Brian) kwamen al aardig in de buurt, maar dit verhaal, voor een groot deel gebaseerd op de wetenschappelijk onderzochte geschriften van de Dode Zee-rollen, ondermijnt uiteraard de dogma’s en de opvattingen van De Kerk zoals die een paar eeuwen na Christus door een groep (toen al) verkrampte en gefrustreerde mannen werden vastgelegd. Vrouwen, seks, solidariteit, de revolutie, wetenschap: het werd allemaal geweerd uit de christelijke geschiedschrijving. De enige waarheid staat sinds de vierde eeuw in de bijbel.

Maar wat heeft Clovis hier nu allemaal mee te maken?
Na de dood van haar geliefde vlucht Maria-Magdalena, zwanger van de Heer!, samen met een groep vrienden overzee naar Frankrijk. Ze laat zich vergezellen door een tante van Jezus, een zwart dienstmeisje, twee vriendinnen, de heilige Maximin (een discipel van Jezus en de legendarische eerste bisschop van de Provence), en Jozef van Arimathea, een rijke vriend van Jezus die later de heilige graal naar Glastonbury (Engeland) zou brengen, de beker van het Laatste Avondmaal, waarin Maria-Magdalena tijdens de kruisiging ook nog eens Zijn bloed heeft opgevangen.

Allemaal in de voorwaardelijke wijs natuurlijk, want dit is maar een middeleeuwse legende, de Gouden Legende van Jacobus de Voragine (1250) om precies te zijn, een ode aan de Illuminata (Verlichte) of de Illuminatrix (Lichtbrengster), zoals Maria-Magdalena in het zuiden van Frankrijk vaak genoemd werd. 
De ‘vrouw van Jezus’ wordt tot vandaag op bijzondere wijze vereerd in de Provence, veel vaker en intenser dan Maria, Zijn moeder. Tal van middeleeuwse kapellen en geschriften getuigen van de diepe indruk die zij op deze streken moet hebben nagelaten, om wat voor reden dan ook.
Om een lang verhaal kort te maken: de nazaten van Jezus en Maria-Magdalena waren de Merovingers, een bloedlijn die volgens sommigen na de val van het Frankische rijk alleen nog maar zou voortgezet zijn in het diepe zuiden van het land, aan de voet van de Pyreneeën, waar de volgelingen van Christus destijds waren neergestreken. En waar de oorspronkelijke christelijke leer, inclusief de absolute gelijkheid van man en vrouw, onvoorwaardelijk werd nageleefd.

Die Katharen (waaruit later het woord ‘ketter’ gedistilleerd zou worden) hebben wel degelijk echt bestaan. Ze zaaiden de kiem van het grote middeleeuwse schisma in de Kerk en kregen na de kruisvaarten de steun van een aantal rijke Tempelridders. Waaronder ook ‘onze’ Godfried van Bouillon, zelf van Merovingische afkomst, koning van Jeruzalem en oprichter van Orde van Sion (niet te verwarren met de gelijknamige Priorij). Misschien is Philippe Albert wel de laatste der Katharen.

De paus en de Franse koning voelden zich uiteindelijk genoodzaakt om een Albigenzische Kruistocht op te zetten en zo de toenemende geestelijke en materiële macht van Katharen en Tempeliers te breken. De strijd was lang en slopend. De laatste heldhaftige rebellen pleegden zelfmoord in de burcht van Mont-Ségur, waarvan de ruïnes behoren tot de meest indrukwekkende getuigenissen van de Franse Middeleeuwen. Het Grote Geheim, de laatste afstammeling van JC?, namen de Katharen mee in het zelf gedolven graf.

Of toch niet? In 1917 vond een priester in de Maria-Magdalenakerk van Rennes-le-Château ‘geheime’ documenten die het bestaan zouden onthullen van de ‘vergeten’ Merovingische koning Dagobert II, opvolger van de historisch erkende Dagobert I. Dagobert II zou de roemruchte Priorij van Sion opgericht hebben, de moeder van alle loges, behoeder van zuiverheid en spirituele kennis. De Priorij zou sinds 1188 minstens 26 grootmeesters gekend hebben, waaronder Leonardo da Vinci, Isaac Newton (de ‘ontdekker’ van de zwaartekracht), auteur Victor Hugo en filmregisseur Jean Cocteau.
De priester zou in Rennes-le-Château overigens ook een kostbare schat gevonden hebben, een exacte kopie van de heilige graal die Jozef van Arimathea had meegebracht uit Jeruzalem en die de Tempeliers in het kerkje verborgen hadden. Getuigen beweren dat de priester na zijn vondst daadwerkelijk hopen geld heeft uitgegeven en in contact is getreden met een Habsburger, een afstammeling van het andere grote Europese koningsgeslacht.









© Vivat.be 2020