Woodstock, de mythe

Het Woodstockfestival is tot een mythe verworden. Niet alleen door de concentratie en variëteit aan rock- en ander muzikaal talent dat er optrad tijdens het weekend van 15 tot 18 augustus 1969, maar ook dankzij de documentaire film van Michael Wadleigh vol concertfragmenten, interviews, getuigenissen en observaties van het ‘ love&peace’ publiek. De film introduceerde het Woodstockfestival in Europa. 


 

Nochtans was Woodstock niet het eerste festival in zijn genre: Monterey had al plaatsgevonden van 16 tot 18 juni 1967. Wat vooral kenmerkend was, is de chaos die er heerste bij de organisatie (John Roberts, Joel Rosenman, Michael Lang en Artie Kornfeld) en de festivalgangers die binnen de korste keren komaf maakten met de omheiningen. Er waren dusdanige files bij de podia dat de muzikanten vaak uren moesten aanschuiven voor ze aan hun eigen optreden konden beginnen, sommigen moesten zelfs ter plekke worden gedropt met een helikopter van het Amerikaanse leger… zoals het zo mooi wordt bezongen in het nummer van Country Joe McDonald: ‘The Fish’.

Hoewel er maar 168.000 tickets werden verkocht, begaven er zich  450.000 tot 1 miljoen (het juiste aantal verschilt naargelang de bron) festivalgangers naar Bethel voor het ‘muziek- en kunstfestival’.

Het festival zelf liet dan misschien een financiële krater na, maar de film die uitkwam in 1970 werd een immens succes. Sommigen onder ons denken met heimwee terug aan de vier uur durende vertoning op 16 millimeter in de lokale filmclub. De driedubbel-elpee ‘Woodstock’ kende een even groot succes als de film, en stond vier weken lang aan kop van de Amerikaanse Billboards. 

Wat niet zoveel mensen weten, is dat het festival niet plaatsvond in het plaatsje Woodstock maar wel in Bethel, op 76 km van Woodstock, op de velden van boer Max Ysgur. Het terrein was 600 acres (2,4 km²)groot. De velden werden overspoeld door de overvloedige regen maar zelfs de Woodstock-modder verwierf mythische proporties, na de beelden van jongeren verwikkeld in modder-glijpartijen. 

Het programma was ontzagwekkend… ondanks het feit dat sommige fantastische optredens plaatsvonden op ontieglijk vroege uren, zoals dat van Jimi Hendrix op de laatste festivaldag, om negen uur ‘s morgens! 

 

Enkele topmomenten

Richie Havens die ‘Freedom’ declameert, en ondertussen rustig de snaren van zijn gitaar vervangt! 

The Who, naast Joe Cocker een van de weinige Britse artiesten op het festival, zingt  ‘My Generation’. 

Jefferson Airplane:... spacy! 

Crosby, Stills, Nash & Young: in harmonie. 

Jimi Hendrix en zijn hallucinante versie van het Amerikaanse volkslied, de ‘Star Spangled Banner’, waarin hij een bombardement verwerkt. 

Ravi Shankar, de koning van de sitar, World Music avant la lettre. 

Joe Cocker, de man uit Sheffield, die met rauwe stem en wilde gebaren de Beatles herinterpreteert: ‘With a little Help form my Friends’. 

Alvin Lee, de gitaar van ‘Ten Years after’, die zijn reputatie maakt van ‘meest vingervlugge gitarist ter wereld’  met ‘I'm goin' Home’. 

Carlos Santana, de revelatie van het festival, en een memorabele drumsolo van tien minuten door Santana-drummer Michael Shrieve op ‘Soul Sacrifice’. 

Arlo Guthrie: folk- en protestzanger die we ook terugvinden in de fantastische film van Arthur Penn ‘Alice's Restaurant’. 

Shanana: rockabilly! 

Joan Baez: een echt ‘linkse’ zangeres, die met zachte stem hard protesteert tegen de Vietnamoorlog.  

Grateful Dead: de acid-rockgroep van Jerry Garcia.

Woodstock herbeleven

Dvd :

http://www.amazon.com/Woodstock-Directors-Anniversary-Two-Disc-Special/dp/B001NXDSLQ/ref=sr_1_1?ie=UTF8&s=dvd&qid=1261834223&sr=8-1

Cd:  

http://www.amazon.com/Music-Original-Soundtrack-More-Woodstock/dp/B00274SHKM/ref=sr_1_3?ie=UTF8&s=music&qid=1261834223&sr=8-3

Boek :

http://www.amazon.com/Road-Woodstock-Michael-Lang/dp/0061576557/ref=sr_1_6?ie=UTF8&s=books&qid=1261834223&sr=8-6

 

Philippe Allard

 









© Vivat.be 2020