De Vlaamse komieken- Het Vervolg

Deel 2 van onze top 10. Bert Kruismans, Gino Sancti, Vitalski, Danny van Britsom, Wouter Deprez, Begijn Lebleu, Raf Coppens: om wie moet ù het hardst lachen?


4.Bert Kruismans 

De Belg en zijn eten, de Belg en zijn veranda, de Belg en de fiscus, de Belg en de vreemdelingen, en in zijn laatste voorstelling onze relatie met de BV's: het is geen opbeurend beeld dat deze komiek van zijn volk schetst maar wel des te grappiger. Goede humor berust vaak op herkenbaarheid en die is bij Bert Kruismans heel hoog. Hij doet het publiek lachen met zichzelf, met de rare gewoonten en gedragingen die we in de moderne tijd ontwikkeld hebben. Nieuwe productie: Wereldberoemd in Vlaanderen, over het BV-schap, met gelijknamige zelfhulpgids.

5.Gino Sancti 

Er zijn veel grapjassen en komieken in Vlaanderen, maar alleen Gino Sancti cultiveert het klassieke cabaret zoals we dat kennen uit Nederland, waar het duo trouwens al behoorlijk wat lof heeft geoogst. Frank Van Erum (Ben Vorlat in Stille Waters, Michiel in W817, Kevin in Verschoten en Zoon) en Han Coucke (De Kotmadam) wisselen sketches af met liedjes en nemen het publiek mee op een rollercoaster van visuele gags, virtuoze zin- en woordspelingen, absurditeiten en doordenkertjes, obsceniteiten en tedere momenten. Die toch allemaal vervat zitten in één consistente voorstelling. De heren spreken mooi, krachtig Nederlands, diep geworteld in de Vlaamse grond, zonder verkavelingsvlaams te worden, met veel lef en zelfvertrouwen bovendien.

6.Vitalski 

Vraag ons niet om te oordelen over zijn kwaliteiten als auteur, schilder, Dali-imitator of BV, maar als cabaretier heeft Vitalski ons hart gestolen. Met hem staat er eindelijk weer eens een echte verteller op het podium, een man met genoeg artistieke en intellectuele bagage om de toeschouwer een avondlang te boeien, te verrassen, te verbijsteren en aan het lachen te brengen. Maar wie zou dat beter kunnen uitleggen dan de meester zelf?
Eigen lof: “Een gedachte is volgens mij een beweging van elektriciteit door onze hersenen. Er zijn maar weinig gedachten vormelijk of inhoudelijk echt oorspronkelijk, zodat het parcours doorheen onze hersenen ook altijd min of meer voorspelbaar blijft. Wanneer we ten prooi vallen aan humor, ondergaat ons denkpatroon een fundamentele koerswijziging; er worden in onze hersenen volstrekt nieuwe verbindingen gelegd, we weten niet naar waar deze piste ons zal voeren, zodat we het ergste vrezen. Eenmaal de gedachte rond is en de baan voltooid, herwinnen we onze controle, en worden we een fysieke en geestelijke opluchting gewaar. Deze opluchting uit zich via onze lachspieren. Humor is dus het veroorzaken van stress met als eindbedoeling te genieten van het opheffen van die stress. Een beetje zoals opzettelijk te kleine schoenen dragen, om het genot ze daarna weer uit te kunnen doen.”

“Technische begrippen zoals timing lijken me flink overschat. De humorist moet een bepaald charisma hebben dat mensen boeit, en dat is alles. Wie dat charisma ontbeert, mag zich in alle mogelijke bochten wringen, het zal nergens toe leiden. Gelukkig kan humor dus niet worden gedefinieerd zoals een garagist wel een wagen kan definiëren. Er komt een flinke dosis bovennatuurlijke magie bij te pas!”

7.Danny Van Britsom 

Het zijn vertraagde mokerslagen die Van Britsom uitdeelt, zoals Jerommeke dat altijd doet. Pas twee prentjes later valt de boef op de grond. Zo hoor je ook nog mensen lachen als Danny Van Britsom al aan zijn volgende act bezig is, opnieuw verraderlijk kabbelend, schijnbaar onschuldig en nergens heen leidend, tot hij weer toeslaat. De waaslandwolf onder de stand up comedians, mocht hij zichzelf een tijd geleden graag noemen, en dat is niet eens zo’n surreële omschrijving. Ook al omdat Van Britsom niet heeft weten te profiteren van de tijdelijke media-aandacht rond zijn schitterende voorstelling Pijnstiller.

8.Wouter Deprez 

Wouter Deprez dankt zijn huidige bekendheid voor een groot deel aan De Slimste Mens ter Wereld (na Bert Kruismans was hij de tweede komiek die de quiz winnend afsloot) maar won in 2000 al de (nu) tweejaarlijkse competitie Humorologie. Met zijn spitse puntdichten en ondeugende verhaaltjes bekoort hij vooral de meisjes en de vrouwen in het publiek, die het bij de meeste andere komieken toch zwaar te verduren krijgen. De Morgen noemde Deprez “een begenadigd verteller en volksmenner, perfect balancerend op de lijn tussen ingetogenheid en ambiance.”

9.Begijn Lebleu 

Zonder twijfel de meest vernieuwende komiek die we in 2006 gezien hebben. In zijn voorstelling De prins op het witte paard verschijnt hij op het podium als een verkrampte neuroot, Tino Schietekat, die gefixeerd is op zijn verzameling sneeuwdoosjes en vertelt hoe zijn vrouw er vandoor is gegaan met zijn eigen vader. Lebleu slaagt erin om ruim twee minuten niks te zeggen en de zaal toch aan het lachen te brengen, zuiver op mimiek en suggestie. We hadden het sinds Toon Hermans nooit nog iemand zien doen. De avond wordt afgesloten met een onweerstaanbare tietensong, op de tonen van Brel’s Ne me quite pas nog wel. De revelatie van de voorbije Spotnight in Antwerpen, stilaan het meest toonaangevende comedy-evenement van het jaar.

10.Raf Coppens 

Zijn Museeuw-grapjes (als hij laat thuiskomt: “Zwijg vrouw, ik heb heel het peloton naar huis gereden.”), een hype in 2004. Zijn kurkdroge uitstraling. Zijn hilarische liedjes. Zijn imitaties van BV’s, artiesten en politici. Jean-Luc Dehaene, Paul Jambers (“Schipbreukelingen, wat drijft hen?”), Jacques Brel (Mijn platte Claire). De nieuwste voorstelling van Coppens bewijst dat de man de afgelopen jaren hard gewerkt en nagedacht heeft. Na Bert Kruismans steekt ook hij Geert Hoste stilaan naar de kroon.

 

 

        







© Vivat.be 2020