Afscheid van Sterchele

Too young, too soon: met François Sterchele verdwijnt een van de smaakmakers in het Belgisch voetbal. En een heel toffe gast.


 

 

Verongelukt om drie uur 's nachts, op weg van Antwerpen naar Knokke: François Sterchele is de snelle dood van een ster gestorven, James Dean achterna. Maar het is ook de zoveelste naam in de lange rij van jonge verkeersdoden die ons land ieder jaar kent. Het dramatische ongeluk van Sterchele brengt die tragische problematiek even heel dichtbij.

Wie was François Sterchele? Eerst die naam, zonder accent maar die tweede e moesten we van hem wel zo uitspreken, op zijn Italiaans. Om diezelfde reden klinkt de ch als een k. Sinds vorig seizoen pas, want toen hij op het Kiel arriveerde, bij Germinal Beerschot, zei iedereen nog gewoon ‘Sterchelle’, op zijn Frans. “Het is nooit ‘Sterchelle’ geweest," zei hij daar zelf over. "Ik gebruik al mijn hele leven die Italiaanse uitspraak, net als mijn vader en grootvader.”

En die Italiaanse afkomst was belangrijk voor François, hoewel hij al tot de derde generatie in dit land behoorde. “Mijn grootvader is gestorven voor ik geboren was. Die naam is nog de enige zichtbare link, en die wil ik eren.” Sterchele omschreef ook zijn levensstijl als Italiaans. “Mijn manier van zijn, mijn karakter. De sterke band met de familie. Mijn voorliefde voor de Italiaanse keuken. Mijn vakantie op Sardinië. En ik ben ook een beetje een macho, een zachte Italiaanse macho weliswaar, maar toch.”

Mode? 
“Ah oui! Ik ga heel graag shoppen en ik probeer de laatste trends te volgen. Roberto Cavalli, Gucci, Dolce & Gabana…: dat zijn zo’n beetje mijn favoriete ontwerpers. Ik kijk zelfs naar Fashion tv. Regelmatig zelfs. Je weet dat ik foto’s heb gemaakt voor Dirk Bikkembergs? Niet dat ik graag fotomodel zou zijn of worden, maar ik hou wel van die wereld.”

Met Club Brugge is François Sterchele vorig jaar een vriendschappelijke wedstrijd gaan spelen op het veld van Torino, een voorproefje van de Italiaanse carrière waar hij openlijk van droomde. “Ha, die schitterende ontvangst van de spelers op het terrein, het spektakel op en rond het terrein, de joelende supporters… Een mens zou van minder gaan dromen.”

Sterchele had er zelfs al met Enzo Scifo over gesproken, en met Johan Walem. Twee Italiaanse clubs hadden al hun interesse getoond toen hij nog bij Germinal Beerschot speelde. “Daar was ik nog niet klaar voor. Je moet eerst passeren via een topclub, vind ik. Het heeft geen zin om naar Italië te gaan als je in je eigen land de top niet hebt bereikt. Dan riskeer je langs een achterpoortje te moeten terugkeren, en dat wil ik niet.”
François kon vorig jaar ook naar Anderlecht. “Het was een mooi contract dat ons daar werd voorgesteld maar ik vroeg 48 uur bedenktijd, wat ik heel normaal vond. Anderlecht blijkbaar niet, want ik moest onmiddellijk beslissen, anders zou de transfer niet doorgaan. Tja, dan niet.”

Zijn favoriete team was vroeger AC Milan. “Het grote AC Milan van de drie Nederlanders, Ruud Gullit, Frank Rijkaard en Marco Van Basten. Met een lichte voorkeur voor Van Basten.” Sterchele koesterde ook behoorlijk wat bewondering voor Luca Toni (in 2007 verhuisd van Fiorentina naar Bayern München), van wie hij zelfs het zegegebaar had overgenomen nadat hij gescoord had, het handje wapperend aan de oren. 
“Wij hebben hetzelfde parcours afgelegd. Luca Toni speelde een paar jaar geleden ook nog in derde klasse, hij heeft redelijk laat zijn debuut gemaakt in de Serie A en hij is meteen topscorer geworden. Voetballers als Luca Toni bewijzen dat je niet hoeft te wanhopen als je 21 of 22 bent en nog niet op het hoogste niveau speelt, zelfs niet als je 24 of 25 bent.” Karel Michiels/

P-Magazine
)









© Vivat.be 2020