Uitvinder van LSD is 100 geworden

Drugs kunnen uw gezondheid schaden maar de uitvinder van LSD is vorige maand wel mooi honderd jaar geworden. Tot vandaag blijft Albert Hofmann zich inzetten voor de legalisering van psychedelica die de mens volgens hem “verlichting, visie en liefde” brengen.

 


 


19 april 1943: op die dag heeft

Albert Hofmann
bewust de allereerste LSD-trip in de geschiedenis van de mensheid geslikt, 250 microgram lyserginezuurdiëthylamide. Een paar dagen eerder had de chemicus per toeval ontdekt dat de stof een sterk hallucinogeen effect heeft, dat je er met andere woorden echt wel ongelooflijk van begint te trippen. ‘Een atoombom voor de geest’: zo werd LSD in de atoomgekke jaren ’40 en ’50 wel eens genoemd, maar zo destructief is de drug nooit geweest. LSD is vrijwel niet giftig, niet verslavend en je kan er geen overdosis van nemen. Voor zover je dat al zou willen, want trippen is er op zich al helemaal over. Je krijgt illusies (ziet vreemde dingen), ervaart synesthesie (ziet een geluid, hoort een kleur, proeft een geur) en leeft in een andere tijdsdimensie. Niet iedereen, niet alles tegelijk maar wel een uur of acht lang.


LSD is nooit een populaire drug geweest maar heeft wel een ingrijpende invloed gehad op de populaire cultuur. Zowel het bedrijf waar Hofmann werkte, de Zwitserse medicijnreus Sandoz, als het Amerikaanse leger en de CIA hebben tot diep in de jaren ’60 studies en experimenten uitgevoerd om de effecten van LSD in kaart te brengen en het middel een plaats te geven in (legale) militaire en medische projecten. Al gauw raakten ook kunstenaars, schrijvers en andere kleurrijke figuren in de ban van de trip, met name Aldous Huxley (auteur van Brave new world), Al Hubbard (oprichter van Scientology) en de beatniks, aangevoerd door Allen Ginsberg en professor Timothy Leary. ‘Turn on, tune in and drop out,’ zei Leary in de sixties, en heel Harvard University deed wat hij zei. Ze slikten een trip, kwamen in de juiste stemming en lieten de wereld voor wat hij was.
Albert Hofmann rustte intussen niet op zijn lauweren. De man had de rest van zijn leven kunnen blijven trippen (ook al heb je na een LSD-trip de eerste week gewoon geen zin meer om het opnieuw te doen), maar hij bleef nieuwe substanties ontdekken. In 1958 slaagde hij er als eerste in om de psychoactieve stof van Mexicaanse paddenstoelen (‘magic mushrooms’, tegenwoordig ook wel paddo’s genoemd) af te zonderen. Ook in verschillende planten vond hij hallucinogene stoffen en voor Sandoz ontwikkelde hij enkele belangrijke medicijnen. Sinds zijn pensioen in 1971 wijdt Hofmann zich volledig aan het verspreiden van zijn boodschap via boeken en lezingen. “Het psychedelische potentieel van deze wonderdrug zou ons allemaal ten goede kunnen komen. We zouden een nieuw bewustzijn van de realiteit kunnen ontwikkelen, niet gebaseerd op de dogma’s van de bestaande religies maar op een diepere zingeving. …Dan pas zullen wetenschappelijk onderzoek, technologie en industrie, de vernietigers van de natuur, eindelijk gebruikt worden om de wereld terug te brengen naar wat hij ooit geweest is: een Tuin van Eden.”


Albert Hofmann was dus niet alleen de vader van de LSD maar (ongewild) ook van de hele new age. En die is begonnen in de jaren ’60, met de hippies, de volgelingen van Timothy Leary en Alan Ginsberg. LSD werd pas na de summer of love van 1967 in de Amerikaanse strafwet opgenomen maar toen had Leary al zijn League of Spiritual Development (Liga voor Spirituele Ontwikkeling) opgericht en circuleerden er in de straten van New York, San Francisco en Los Angeles al jaren klontjes en vloeibare acid. (De eerste blotters, vierkante vloeipapiertjes, zoals ook XTC wordt ingenomen zouden pas in de jaren ’70 opduiken.) Paul McCartney maakte er geen geheim van dat hij en de andere Beatles wel eens een trip tot zich namen. Groepen als Grateful Dead en Jefferson Airplane cultiveerden hun druggebruik nog explicieter en probeerden hun trips te vertalen in muziek.
Ook sommige wetenschappers hebben LSD gebruikt om de geest te verruimen (‘de deuren van de waarneming te openen,’ zoals Huxley schreef). Kary Mullis, winnaar van de Nobelprijs voor scheikunde in 1993 en uitvinder van een methode om microscopisch kleine DNA-restanten op te sporen in oude materialen: “Zonder LSD zou ik die methode waarschijnlijk nooit gevonden hebben. Met behulp van psychedelische drugs kon ik als het ware op een DNA-molecule gaan zitten en de polymeren observeren.”

Albert Hofmann Foundation









© Vivat.be 2020