Voor al uw feestdesserten

Je zou het therapeutisch ondernemen kunnen noemen, de inschakeling van autisten in het productieproces. De Herentalse vzw Twerk heeft een vijftiental mensen in dienst, die net als ‘gewone’ werknemers een vast loon krijgen en geacht worden een heus kwaliteitsproduct te vervaardigen, met name ijsroomtaarten en chocoladeproducten.


Het zijn drukke dagen in de winkel. Kerst komt eraan, en bij Twerk kan je de mooiste en lekkerste taarten van de stad kopen. Veel klanten weten niet eens dat al dat lekkers gemaakt wordt door een groep ‘normaal begaafde volwassenen met een autismespectrumstoornis’, zoals dat heet. Twerk is voorlopig de enige plaats in Vlaanderen waar autisten in min of meer ‘normale’ omstandigheden aan het werk kunnen. En werken doen ze graag, want werk biedt duidelijkheid en voorspelbaarheid, en dat is precies wat deze mensen nodig hebben.


‘De vzw wil in de eerste plaats meer begrip losmaken voor autisme, en voor de integratie van autisten in de maatschappij,’ zegt Christel Coeckelbergh, medeoprichter en voorzitter van de Twerk, en al 15 jaar actief in het milieu. ‘We willen daarbij zelf het voorbeeld stellen, met name in een tewerkstellingsproject. Arbeid brengt structuur aan in het leven, en daar hebben autisten nog meer dan andere mensen behoefte aan. Werken bevordert ook de maatschappelijke integratie èn krikt het eigenbeeld op. Wij willen gewoon een bedrijf zijn voor die mensen, waar ze net als iedereen ‘s morgens naartoe gaan om te werken. Wij profileren ons niet als een sociale werkplaats, ook niet naar de klanten. We vertellen hen wel hoe de producten vervaardigd worden, maar de kwaliteit primeert. De mensen moeten naar ons komen omdat ze lekkere chocolade willen kopen, niet om de goede zaak te steunen.’


Vroeger leverde Twerk uitsluitend op bestelling, zij het wel over heel Vlaanderen. Het was wachten tot er een mooie ruimte vrijkwam in het stadscentrum voor Christel haar droom helemaal kon waar maken. Tijdens een opleiding in de Verenigde Staten heeft ze ooit met eigen ogen kunnen zien dat autisten onder bepaalde voorwaarden best goed kunnen functioneren in een bedrijf. Coeckelbergh: ‘Amerikaanse ondernemingen nemen bewust autisten in dienst. Hier kunnen ze eigenlijk alleen maar terecht in namaakbedrijfjes, dagverblijven waar ze onbetaalde arbeid verrichten, een soort bezigheidstherapie eigenlijk. Werk is gebonden aan loon, zoniet verval je altijd weer in het vrijwilligerspatroon, en daar willen wij precies vanaf. Maar de slaagkans in een gewoon bedrijf is nog altijd heel klein. De integratie heeft te maken met kleine details, en je moet de autist al enorm goed kennen om die te kunnen onderscheiden. Ook wij vergaderen nog iedere morgen een uur om de kleine en grote problemen van onze mensen op te lossen. Wat loopt er mis? Hoe kunnen wie die persoon bijsturen? Moeten er taakveranderingen komen? Soms zijn we drie, vier dagen bezig met één casus.’


Bij Twerk werken vijftien autisten, aangevuld met een beheerder, een ergotherapeute en twee verkoopsters. Alleen autisten die normaal begaafd zijn, krijgen een kans. Ze moeten met andere woorden kunnen lezen en schrijven, en een basisconversatie kunnen volgen. ‘Anders zouden ze niet in de groep passen,’ weet Christel. Maar in totaal een twintigtal mensen dus, en die krijgen allemaal een salaris. 70% van die loonmassa wordt gesubsidieerd door de overheid, daar bovenop komen nog twee premies van 9900 euro, afkomstig van het Europese ontwikkelingsproject EFPRO. De rest van de werkingskosten moet het bedrijfje zelf zien te financieren. ‘Maar het is het allemaal waard,’ zegt Christel, ‘zowel voor de autisten zelf als voor de hele maatschappij. Wij houden die mensen weg uit de instellingen. In het begin wilden de meeste ouders hun kinderen zo snel mogelijk in een tehuis krijgen, omdat ze hen thuis niet meer aankonden. Vandaag is er niemand meer die dat vraagt. Onze mensen zijn de hele dag druk bezig. Als ze thuiskomen, zijn ze moe. Hun leven heeft ook structuur gekregen, en dat blijkt enorm te helpen.’


Sven komt het kantoor binnengevallen, een magere jongeman met een licht hysterische grijns om de lippen. ‘Christel, ik heb vandaag al 837 potjes afgewerkt. Bijna twee volle dozen! Alleen deze voormiddag!’ Christel zegt dat Stef dan nu maar even moet gaan rusten. ‘Anders raken al je spieren opgespannen.’
Als Stef verdwenen is, zegt Christel: ‘Die jongen komt van heel ver. Krabde zijn gezicht open en zo. Een IQ van 130, maar begrijpt absoluut niets van de sociale verhoudingen tussen de mensen. Zo wil hij de laatste tijd alleen maar records breken, zonder zijn lichamelijke beperkingen in acht te nemen. Hij zou echt werken tot hij erbij neervalt. We moeten Stef dus regelmatig wat temperen, zonder hem meteen te ontmoedigen. Negatieve opmerkingen liggen heel gevoelig bij autisten.’


Beseffen ze dat ze in een bedrijf werken en mee winst moeten maken? Coeckelbergh: ‘Dat begint nu toch stilaan te komen, ook al omdat ze dit pand mee verbouwd hebben. Ze weten ook dat chocolade weggooien betekent dat we volgende keer geen winst zullen maken. We proberen hen dus een bepaalde verantwoordelijkheid bij te brengen, en ik denk dat we daar vrij aardig in slagen. Binnen goed afgebakende grenzen natuurlijk. We hebben op ieder niveau de nodige controles ingebouwd. En iedereen krijgt elke dag een andere taak, om routine tegen te gaan. Werk moet gevarieerd zijn. Wie aan de lopende band werkt, wordt ook stroef in zijn denken. Autisten dènken al stroef, dus aan een lopende band zouden ze nog meer in zichzelf keren, en nog dwangmatiger gaan handelen. Iedere onverwachte gebeurtenis of verandering brengt die mensen totaal van slag. Zo ben jij wat Sven betreft vanaf nu de man die een verhaal komt schrijven voor de krant. Ook al kom jij hier binnen vijf jaar wat chocolade kopen, dan nog zal jij de man zijn die een verhaal komt schrijven. Om maar te zeggen hoe snel ze bepaalde zaken ervaren als routine.’


Maar de meeste autisten hebben ook een bijzondere gave, en die probeert Christel Coeckelbergh zo doeltreffend mogelijk te gebruiken. ‘Neem onze boekhouder, een man met een hoog IQ en een A1-diploma. Voor hij hier kwam werken, is hij jarenlang op de sukkel geweest. Zijn ouders wisten niet wat er mankeerde, behalve dat hij in het geheel geen sociale vaardigheden had. Uiteindelijk bleek hij autistisch te zijn, in een heel zuivere vorm zelfs. Hier heeft hij geleerd om de mensen aan te spreken voor hij iets zegt of vraagt. Hij kijkt nog altijd niet op, maar noemt nu wel voor iedere zin een naam. Dat is aangeleerd gedrag, maar het vergemakkelijkt natuurlijk het werken. Sven kan zich dan weer ongelooflijk oriënteren. Hem neem ik mee in de auto, om de weg te vinden. Als hij midden in een veld staat, weet hij nog waar hij naartoe moet. Echt ongelooflijk. Vraag hem hoe je van Herentals naar Poperinge rijdt, en hij geeft je een perfecte routebeschrijving. Misschien zouden we mensen als hij wat vaker moeten inschakelen in ons maatschappelijk leven?’

Twerk.be
<script type="text/javascript"><!--









© Vivat.be 2020