Voorlopige resultaten vlindertelling 2010

Natuurpunt en Natagora organiseerden deze zomer voor de vierde maal een nationale tuinvlindertelling. Door in eigen tuin de vlinderfauna op te meten worden mensen nauwer betrokken bij al het moois dat er rondfladdert in de nabije leefomgeving.


Ondanks de weersomstandigheden tijdens het vlindertelweekend van 2010 vonden veel mensen wel een zonnig moment om vlinders te tellen. Met meer dan 1.500 deelnames is de opkomst vergelijkbaar met die van 2009. Hierbij de voorlopige conclusies:


Een Vlaamse tuin telt gemiddeld 19 vlinders verdeeld over 6 verschillende soorten. De meeste soorten waren talrijker of even talrijk aanwezig als de voorbije jaren. De enige uitzondering was de distelvlinder, die in 2009 een invasie kende en bijna overal te zien was, maar dit jaar slechts in 17% van de Vlaamse tuinen aanwezig was.


Koolwitjes blijven de meest gespotte vlinders van het land. Ze zijn in bijna 94% van alle tuinen aanwezig.

Opvallend is de talrijke aanwezigheid van het gamma-uiltje, een nachtvlinder. Hij werd in 2 op 3 tuinen waargenomen, en gemiddeld met 6 exemplaren per tuin. Dit is mogelijk nog een onderschatting omdat veel mensen deze nachtvlinder nog niet herkennen.

De trekvlinder atalanta doet het ook goed dit jaar, en werd in 3 op 4 tuinen gezien, vaker dan de dagpauwoog, hoewel die zijn 3 jaar geleden ingezette herstel voorzichtig blijft voortzetten.

De kleine vos is de meest getelde vlinder in Nederland, maar niet in de zuidelijke provincies. Ook in Vlaanderen blijft dit een schaarse soort die slechts in 1 op 5 tuinen aanwezig is.

De citroenvlinder (foto) wordt nog bijna uitsluitend gezien in de provincies Antwerpen en Limburg.

Al de vermelde vlindersoorten in woord en beeld, en tips om vlinders te spotten vind je terug op

www.vlindermee.be

Je kan ook de beknopte

vlinderbrochure
van Natuurpunt inkijken.

Natagora
verzorgt de vlindertelling in Wallonië.

foto: citroenvlinder (c) An De Wilde

 









© Vivat.be 2020