Vrolijk uw winterdagen op met een kleurige cyclamen!

De cyclamen, familie van de sleutelbloem, met zijn vlindervormige bloemen, deed het enkele decennia lang minder goed. Maar nu de jaren zeventig en tachtig terug ‘in’ zijn, mag ook de cyclamen weer op de vensterbank.

 


De cyclamen wordt al heel lang gekweekt als huiskamerplant. Ondertussen bestaan ze in heel veel kleuren, variërend van wit over roze tot paars en rood. Er bestaan versies met gladde bloemrand, maar ook met franjes. De grote, hartvormige bladeren, donkergroen met palmgroene vlekken en aders, zijn heel decoratief en de bloei is uitbundig en langdurig. Er werd ook een mini-versie gekweekt die ideaal is als tafeldecoratie. Maar ook als balkonplant is de cyclamen geschikt. Met hun vrolijke kleurtjes geven ze het terras een zuiderse sfeer, die vaak erg welkom is op donkere dagen. Ze verdragen geen vorst, dus als het gaat vriezen moeten ze naar binnen.

Als huiskamerplant wordt vooral het geslacht cyclamen ‘persicum’ gebruikt, die van oorsprong afkomstig is uit het Oosten. Het ras ‘giganteum’, met dubbel zo grote bloemen, treffen we tegenwoordig ook hoe langer hoe meer aan bij de bloemenwinkel.

De cyclamen heeft de reputatie een moeilijk te verzorgen plant te zijn, die enkele weken na aankoop vaak in de vuilbak verzeilt. Nochtans is het houden van cyclamens heel makkelijk, als je een paar regels in acht neemt. De belangrijkste daarvan is: cyclamens houden niet van warmte. Ze moeten op een koele plaats staan, liefst in een onverwarmde ruimte zoals een hall. In de huiskamer is het vaak te warm, tenzij je ze op de grond of voor een raam zet. Maar dan geldt wel de tweede belangrijke regel: zet ze niet in direct zonlicht, want daar kunnen ze absoluut niet tegen. Ze verkiezen wel een plek met veel licht.

Regel drie is: giet nooit in de pot, maar geef de cyclamen lauw water via een schoteltje onder de plant. Overdrijf hier ook niet mee, twee keer per week met onthard water is ruim voldoende. Bemesten hoeft niet, want daarmee bevorder je de bladgroei ten koste van de bloei. Verder heeft de cyclamen graag een tamelijk hoge luchtvochtigheidsgraad, iets wat in droge huiskamers vaak ver te zoeken is.

Na de bloei moeten de uitgebloeide bloemen met een korte ruk verwijderd worden, tot ze allemaal verdwenen zijn. Daarna zullen de bladeren ook stilaan vergelen. De plant hoeft dan niet meer zo vaak gegoten te worden, maar de kluit mag ook niet uitdrogen. Onder deze omstandigheden kun je de plant makkelijk laten overwinteren. In de lente begin je dan terug vaker te gieten, en kan de plant terug tot bloei worden gebracht. Veel soorten doen ook een soort ‘zomerslaap’: als het buiten te warm en te droog is, zetten ze hun groei eventjes ‘on hold’.
Wie houdt van een bloemengeurtje in huis, kan ook cultivars vinden met een extraatje: ze ruiken heerlijk tijdens de bloei.

Ellen Wielandt









© Vivat.be 2020