Een schitterende Griekse bruiloft

Huwen in een klein wit kerkje, met uitzicht over een baai. Het feest in het chiqueste hotel van Griekenland, met uitzicht op Kaap Sounio. Dat kon alleen maar een bruiloft om van te dromen zijn.


Het is even zoeken aan de luchthaven. Welke toerist wil er nu een gewone lijnbus naar het zuiden nemen? Uiteindelijk vinden we de halte van de Attica Regional Bus. Vijf minuten later stopt er al een bus. Sounio? De chauffeur gebaart dat we moeten opstappen. We zijn de enige twee reizigers. Hij geeft ons twee tickets van 1,5 euro en twee tickets van drie euro. Vreemd.

Het duurt even voor we de snelwegenwirwar rond het vliegveld Elefterios Venezelos verlaten hebben, en amper zijn we de hoofdweg richting Sounio opgereden, of daar rijdt de bus al Markopoulo binnen, het dichtst bijgelegen dorpje. De chauffeur gebaart dat we moeten uitstappen. Hij spreekt geen woord Engels en wijst naar de overkant van de straat. Dan verdwijnt hij. Hier en daar zit een oudje op een stoel, voor de rest is Markopoulo in een diepe namiddagslaap verzonken. De winkels zijn gesloten.

Er staan ook twee frivole meisjes te wachten maar zij worden opgehaald door twee bronstige jongens in een sportwagen. Een half uur later komt de bus daadwerkelijk aangereden, er zit al behoorlijk wat volk op. We rijden honderd meter ver en de bus stopt opnieuw. Nog een kwartiertje later stapt een Frans gezin op. Waar komen ze vandaan?

De kaartjesknipper spreekt wel Engels en hij verzekert ons dat we met deze bus in Sounio zullen geraken, tot aan het Grecotel zelfs, onze eindbestemming. Onze kaartjes hebben we al, het zijn die van drie euro. Busconducteurs, ze zijn er nog altijd in Griekenland. De bussen zijn wat koeler en comfortabeler geworden maar zij gebruiken nog altijd dezelfde papieren ticketjes en de ronduit antieke muntenhouders.

De bussen blijken ook nog altijd even vaak te stoppen als vroeger. We nemen niet de nieuwe expresweg en doen zowat alle aanpalende dorpjes en nederzettingen aan. Plus de plaatsen waar gewoon iemand wil uitstappen, halte of niet. De bus, aanvankelijk vol, loopt langzaam leeg, tot we nog alleen overblijven met het Franse gezin. In het verlaten havenstadje Lavrio stapt ook de conducteur uit en laat ons verweesd achter. De laatste halte is de kade, waar de Fransen ons verlaten. De chauffeur begint de bus op te ruimen.

Grecotel Sounio
?, zeg ik.
You go to Grecotel?
Yes.
Sit down.

We rijden terug naar het dorpsplein van Lavrio. De chauffeur zingt, snatert en tatert als een mislukte cartoonfiguur. Wat bezielt hem? Op het plein stapt de conducteur weer op, en nog een man. We vervolgen onze rit, nu langs de prachtige zuidelijke kustlijn van Attica. Veel villa’s en privé-eigendommen, weinig stranden en hotels. Bijna twee uur nadat we de luchthaven verlaten hebben, stopt de bus aan de voet van de Poseidon-tempel op Kaap Sounio. De drie mannen stappen uit, roken een sigaret en flirten met twee meisjes. Wij wachten. Een tiental toeristen die de tempel hebben bezocht, komen in groepjes naar beneden. We wagen het er niet op om zelf ook even naar boven te lopen, de bus mocht eens vertrekken. Maar wel raar, zo dicht bij een van de bekendste ruïnes van Griekenland, en dan niet kunnen gaan kijken.

Nog eens vijf kilometer verder roept de chauffeur eindelijk ‘Grecotel!’ De andere passagiers kijken ons enigszins verbluft aan. Jullie logeren in het Grecotel en jullie komen met de bus?

Toegegeven, dit is een schitterend resort, een uitgestrekt complex van 124 bungalows en villa’s (met en zonder privaat zwembad), de Pinehill Residence (210 m² binnenruimte, 2300 m² buiten), Cape Sounio Estate (350 m² binnen, 5000 m²), een zeewaterzwembad (500 m²) met schitterend uitzicht over de baai en de tempel, twee stranden en een spa. Meer? Een vorstelijk grote, stijlvolle centrale hal, de golfkarretjes die de gasten aan- en afvoeren met hun bagage, de hunks die overal klaarstaan om iedereen op zijn of haar wenken te bedienen, het prachtige interieur van de kamers, dvd’s en cd’s op aanvraag, op tv twintig kanalen (waaronder twee Russische zenders), de zalige regendouches, de biologische badproducten, de zachte bedden en zetels, de onberispelijke roomservice en bovenal: het waarlijk fantastische ontbijtbuffet, een festijn van de allerlekkerste spijzen, overheerlijke worstjes en speklapjes, tientallen soorten kaas, fijnkost, thee en koffie, verse sappen en melk, koekjes en cakes, twintig soorten muesli en crunchy, vers en gedroogd fruit, in siroop, zeepaling en gerookte zalm, champagne, roer-, spiegel- en gebakken eieren, yoghurt, room, muffins, brownies, allemaal van de beste biologische kwaliteit. Die peertjes op siroop: mmmm…

Aan het zwembad en het strand zijn permanent schone handdoeken en ligstoelen beschikbaar. Je kan er ook eten, drinken, kortom volop genieten van de alom aanwezige luxe en voorzieningen. Niet echt onze stijl, we verbazen ons meermaals over het gemak en de vanzelfsprekendheid waarmee de zichtbaar rijke gasten (wie kan zich dit anders permitteren?) dit allemaal for granted nemen, maar wel een onvergetelijke belevenis natuurlijk, om eens twee dagen te kunnen baden in luxe.

Mij bevalt de spa het meest, maar dat was misschien ook omdat we het overdekte zwembad helemaal voor ons alleen hadden, met een nog mooier uitzicht over Kaap Sounio dan aan het lager gelegen zwembad. De gevelbrede vensters schuiven trouwens volledig open, dus je zit net zo goed half buiten. Maar hier borrelen, bubbelen, broebelen en kriebelen wel overal weldadige waterstralen. Ze komen uit de zijmuren, uit de vloer, uit de zitplaatsen en uit een immense kraan. Een kwartier met de rug naar die brullende, oerkrachtige straal en alle lage rugpijn is vergeten.

Het hoogtepunt van ons verblijf is de bruiloft. Eerst gaat het naar het kerkje, Agia Marina, een dertigtal kilometer langs de kustweg naar Athene. We rijden erheen in de chicste taxi die we ooit gezien hebben, met verkoeling in de zetels.
De kerkelijke plechtigheid is voor ons, Belgische gasten, onverstaanbaar maar daarom niet minder intens en ontroerend. De priester doet drie keer de ringen om, afwisselend bij bruid en bruidegom. De getuigen, zijn vriend, haar zus, doen boven de beide hoofden hetzelfde met een witte krans. De priester, het bruidspaar en de getuigen stappen drie keer samen rond het offerblok. De priester zingt samen met een onzichtbare helper teksten in een oud Grieks. Het is een traditioneel, zeer oud ritueel, maar net daarom zo mooi en overtuigend.

Buiten zijn er bloemblaadjes en rijstkorrels. Familie en vrienden troepen samen op de trappen van het witte kerkje, uitkijkend over de Egeïsche Zee. Er loopt dan wel een drukke weg langs, met als gewoonlijk veel te snel rijdende auto’s, maar ook dat is Grieks, het samengaan van orthodoxe gebruiken en uitdagend, soms levensgevaarlijk machogedrag.

We rijden terug met een gehuurde bus. Het feest zelf, op het dakterras van het hoofdgebouw, verloopt perfect. De buffetten, Grieks, Italiaans, Oosters, oesters, biefstuk, worteltjes in sesamsaus, verrukkelijke desserts, overtreffen de verwachtingen. De wijn vloeit rijkelijk, een deejay speelt voortreffelijke dansmuziek, een trio brengt live de mooiste Griekse liederen. Ook de weergoden zijn met ons, het is een graadje of dertig en er staat een lekkere bries. De maan schijnt vol, de tempel van Poseidon heerst over de baai. Er wordt gedanst en gelachen, gepraat en gedronken. Een mooier huwelijksfeest kan een mens zich eigenlijk niet dromen.

De volgende dag blijven we tot één uur, zo lang als toegelaten, in het hotel. Het is even slikken als we de rekening krijgen, maar dat wisten we op voorhand. Voor een once in a lifetime experience hebben we dit er voor over. We zullen ons verblijf in

Grecotel Cape Sounio
nooit vergeten. (En dit is geen advertentie)

Met de taxi naar de luchthaven: 70 euro, gedeeld door vier, maar in de bus hebben we geen zin meer. En we willen nog op een redelijk uur in Athene aankomen, want we zijn van plan om er nog een leuke laatste avond van te maken. Weer met de metro dus, dit keer tot op Omonia, vlakbij het Art Hotel. Minder geslaagd dan Herodion, langs de drukke Agiou Kostadinou, met een redelijk uitgebreid maar ondermaats ontbijtbuffet. Goed, we zijn verwend.

’s Avonds wandelen we een paar uur door de Plaka. In de winkelstraatjes en op de terrassen zitten massa’s volk, maar je hoeft maar even een straat in te slaan, en je vindt rust en verlatenheid, zelfs hier, in de schaduw van de Acropolis. We eten een lamsouvlaki en drinken retsina, beiden voor het eerst deze reis. Tien op tien, zegt Marleen. Negen, zeg ik, want het zweet blijft me op het voorhoofd parelen. Zonder airco op de kamer zou Athene onleefbaar zijn. Maar het blijft wel een heerlijke stad natuurlijk, zo op de grens tussen het westen, het oosten en het zuiden, tussen antiek, oud, modern en eigentijds, hier charmant en pittoresk, daar vuil en rommelig, maar altijd authentiek menselijk, zonder de kille perfectie en voorspelbaarheid van andere toeristische bestemmingen. Wij houden van dit land. (KM)









© Vivat.be 2020