De strijd tegen kanker

Volgens een recent onderzoek zal gemiddeld één Vlaming op drie ooit kanker krijgen.  Een erg verontrustende uitspraak, maar de wetenschap zit ook niet stil. Zo introduceerde de geneeskunde de afgelopen twintig jaar allerlei behandelingen tegen kanker. Een overzicht! 


Behandeling op maat

Er bestaan zoals bekend verschillende soorten kankers. De schaal waarop de ziekte voorkomt, is niet voor elke soort dezelfde. De meest voorkomende zijn blaaskanker, borstkanker, dikkedarmkanker, longkanker, maagkanker, non-hodgekinlymfomen en prostaatkanker. Elk van deze soort, in rekening gebracht met andere bepalende factoren, vraagt een specifieke behandeling.

Wat de beste behandeling tegen kanker is, is zeer persoonlijk. Factoren die vaak meespelen zijn de conditie en leeftijd van de patiënt en het stadium waarin de kanker zich bevindt. Elke soort kanker vraagt ook een andere behandeling. Soms volstaat een simpele operatieve ingreep. Als de kanker in een vroegtijdig stadium zit, is het meestal voldoende om het gezwel te verwijderen. Helaas ondervinden artsen vaak dat kwaadaardige tumoren zich zeer agressief verspreiden en dan is een combinatie van de hieronder beschreven behandelingen een beter plan.

Radiotherapie

Bestraling valt medisch gezien onder de noemer ‘radiotherapie’. De behandeling bestaat uit een radioactief geladen stralenbundel die gericht wordt op de plaats waar de kankercellen zich bevinden of bevonden. Ze zullen de tumoren helemaal of gedeeltelijk vernietigen. Bestralingskuur, -intensiteit en –schema (aantal bestralingen) verschillen van patiënt tot patiënt.

Ook de manier van bestraling kan op twee manieren gebeuren: namelijk uitwendig of inwendig. Het voordeel is dat bestraling pijnloos is. Daarnaast zijn bestralingshoeveelheid en – plaats zo nauwkeurig berekend dat ze weinig schade zullen berokkenen aan andere organen of weefsels. Wanneer er meerdere malen radiotherapie nodig is, zullen radiologen op het lichaam kentekens aanbrengen om nadien precies dezelfde plaats te kunnen bestralen. Anderzijds kunnen we niet helemaal victorie kraaien over deze behandeling, want volledig zonder nadelen is ze niet. Onderzoeken wezen uit dat de radioactieve materie gezonde cellen in het bestralingsgebied beïnvloedt. De huid krijgt een rode kleur en is zeer gevoelig, er treedt vermoeidheid op, maar dit verdwijnt snel na de therapie. Door de accurate behandeling zullen neveneffecten enkel optreden bij de bestraalde gebieden. Zo valt haar enkel uit wanneer het hoofd bestraald werd.

Deze pijnloze behandeling komt steeds in combinatie voor met bijvoorbeeld chirurgische verwijdering van kankergezwellen. In een vroeg stadium zullen ze het gezwel moeiteloos kunnen vernietigen. Grotere tumoren worden verkleind en nadien verwijderd. Tumorresten van operatieve verwijderingen, kunnen nadien vernietigd worden.

Chirurgische ingreep

Een chirurgische ingreep geeft ook een grote kans op genezing. In dit geval wordt bij een kijkoperatie het aangetaste orgaan of een deel ervan weggenomen. Daarna onderzoeken laboranten het weggenomen orgaan op kwaadaardige cellen. Hierbij is de insnijkant zeer belangrijk. De nadelen van deze heelkundige ingreep zijn dezelfde als die van bijvoorbeeld een hartoperatie of verwijderen van een blinde darm. Verpleegkundigen houden patiënten de eerste dagen na de operatie nauwlettend in het oog. Moesten er complicaties optreden dan kunnen ze snel ingrijpen. Het wegnemen van organen kan op langere termijn gevolgen hebben. Wanneer bijvoorbeeld de dikke darm werd weggenomen, is een stoma niet ondenkelijk. Een patiënt die een long moest afgeven, kan gebonden zijn aan een zuurstoffles.

Chemotherapie

De behandeling waar we het meeste over kunnen schrijven, is de chemotherapie. Na een operatie start chemotherapie om te voorkomen dat kankercellen zullen terugkomen. Van alle behandelingen is deze de minst aangename. Vele patiënten zijn erg ziek na een chemokuur. In tegenstelling met de twee voorgaande behandelingsmogelijkheden, vraagt deze therapie heel wat voorbereiding. In de eerste plaats zullen er enkele overlegmomenten volgen met arts en oncologisch verplegend personeel. Zij zullen patiënten in een eerste stadium zo goed mogelijk proberen te informeren over wat hen te wachten staat. In een tweede fase prikt de arts bloed. Aan de hand van de bloedanalyse krijgt hij een duidelijk beeld over de aanwezige bloedlichaampjes. Deze zullen tijdens de chemokuur aanzienlijk minder talrijk zijn waardoor enkele neveneffecten ontstaan. Tijdens dit gesprek zal de dokter ook infomeren naar de eet-, drink- en leefgewoontes van de kankerpatiënt. Op het einde van het gesprek wordt de concrete startdatum van de kuur bepaald. Sommigen komen hiervoor naar de dagkliniek. Anderen, die meer medisch toezicht nodig hebben of een intensieve behandeling ondergaan, zullen een tijd in het ziekenhuis moeten verblijven.

    

‘Chemo’ is een samenstelling van verschillende medicamenten, de zogenaamde cytostatica. In de loop der jaren vonden onderzoekers een vijftigtal van deze geneesmiddelen. Daarom dienen oncologen vaak een specifieke combinatie van deze cytostatica toe of wordt er een schema opgemaakt. Dit schema is gebonden aan een cyclus. Die bestaat bijvoorbeeld uit het toedienen van chemo één keer in de drie weken en wordt een aantal keren herhaald. De ene patiënt kan zo een paar dagen achter elkaar een cytostaticacocktail toegediend krijgen, een ander moet ééns in de twee weken komen. Deze behandeling is opnieuw persoonsgebonden en afhankelijk van de kankersoort. Daarom zal een arts een individueel behandelingsplan opstellen voor iedere patiënt. Tussen twee kuren in is er een ‘chemovrije’ periode. Het lichaam krijgt dan de kans om zich te herstellen. Meestal steekt men een poortkatheter die de geneesmiddelen naar de bloedvaten stuurt. De katheter blijft de hele kuur zitten. De cytostatica bereiken zo het hele lichaam en vernietigen zowel kwaadaardige als goedaardige cellen. Door die overlading van giftige stoffen, moet de patiënt de kans krijgen te recupereren en voldoende nieuwe cellen aan te maken. Naast het toedienen via de bloedbanen, bestaan er nog andere behandelingsmanieren: oraal, in de vorm van een tablet of capsule, door een injectie onder de huid of in de spieren of via het ruggenmerg of hersenvocht.

Nadelen van chemo

Laat ons kwaad met kwaad bestrijden. De afvalstoffen van chemotherapie zijn niet meteen schadeloos. Ze blijven achter in urine, braaksel, sperma of vaginaal vocht. Het is dan ook een grote noodzaak dat patiënten zich thuis goed beschermen tegen deze afvalstoffen. Het zal er echter niet gemakkelijker op worden. Eens thuis begint de toegediende chemo pas echt zijn werk te doen. Door de inwerking over het hele lichaam, beïnvloedt de chemo ook goede en vooral sneldelende cellen. Dat is het geval voor het beenmerg en de haren. Vandaar het kale hoofd bij de meeste kankerpatiënten. En op de koop toe herkent ons lichaam de cytostatica niet als een geneesmiddel maar wel als giftige stof. Daarom begint ons immuunsysteem er tegen te vechten om deze uit het lichaam te verwijderen. De meeste patiënten hebben last van misselijkheid of moeten zelfs braken. Bij anderen vermindert de eetlust of verandert de smaak. Ook verhoogt de kans op infectie, wordt de huid gevoeliger, ontstaan mond- keel- en neusontstekingen, komt diarree sneller voor of, het tegenovergestelde, constipatie. Het zijn allemaal kwaaltjes die zich kunnen voordoen. Bij het optreden van de neveneffecten kunnen patiënten contact opnemen met een arts, diëtist of andere specialisten voor enkele goede tips. Maar snel na de kuur verdwijnen deze bijwerkingen. Keerzijde van de medaille is de blijvende schade die zijn tol eist. Sommige vrouwen worden onvruchtbaar en er zijn ook patiënten bij wie de huidzenuwen of het gehoor beschadigd raken.

Het mag geweten zijn dat chemotherapie de zwaarste behandeling van de drie is tegen kanker. Al duiden de zware bijwerkingen niet op een betere genezing of effectievere invloed van de behandeling. Er zijn ook kankerpatiënten die weinig hinder ondervinden van die gifstoffen. We kunnen daarom alleen maar de medische vooruitgang toejuichen en hopen dat er onderzoeken blijven gebeuren.









© Vivat.be 2020