X-Files van de Geschiedenis 2

Maurice Cotterell komt in zijn boek The Tutankhamun Prophecies tot nog veel opzienbarender bevindingen dan Robert Bauval en Graham Hancock (zie X-Files 1). Waar haalden de Egyptenaren plots al die kennis en wijsheid vandaan, vraagt hij zich af.


Nagenoeg vanuit het niets ontwikkelden de Egyptenaren een complexe schriftvorm, een schijnbaar onbegrensd pantheon van goden en koningen, talloze mystieke en tot vandaag onverklaarbare rituelen en bovenal een schitterende architectuur. De vele tempels en piramiden dragen bovendien (aldus Cotterell, maar ook Robert Bauval en Graham Hancock, zie aflevering 1) gecodeerde boodschappen, aanwijzingen dat de sterfelijke mens na zijn dood naar de sterren kan reizen. Zelfs de Nijl, de moeder van alle rivieren, zou volgens de oude Egyptenaren een rol spelen in dit groots opgezette kosmologische schouwspel, en wel als afspiegeling van de Melkweg. Langs die ‘weg’ werden de piramiden gebouwd, op basis van astronomische berekeningen en formules zoals de moderne wetenschap die nu pas begint te ontrafelen. Egypte kende (zeker in de 4de en de 18de dynastie) een onwaarschijnlijke uitbarsting van creativiteit, zowel in artistiek als wetenschappelijk en technologisch opzicht. Enkel de beschaving van de Maya’s maakte ooit zo’n miraculeuze sprong voorwaarts, en weten intussen (remember Thor Heyerdahl, aflevering 1) waar zij de mosterd hadden gehaald.

Zowel de Maya’s als de Egyptenaren aanbaden de zon als hoogste godheid, en dat deden ze allerminst blindelings. Priesters en koningen waren vertrouwd met de cycli van de zon, met de veranderende stralingsintenties ook, en ze integreerden al dat cijfermateriaal met succes in hun monumenten en voorspellingen. Zo zou Toetanchamon perfect geweten hebben dat zijn rijk vroegtijdig ten onder zou gaan (vandaar ook de minutieuze voorbereiding van zijn begrafenis), omdat de zon rond 1350 voor Christus een absoluut minimum aan vlekken vertoonde. Hetzelfde fenomeen deed zich 2000 jaar later voor in Peru, toen de beschaving van de Maya’s werd weggevaagd. Vrouwen werden onvruchtbaar, rivieren droogden uit, kinderen en foetussen stierven vroegtijdig. Mogelijk vormen dit soort voorspellingen (want dat waren het, voor ze bewaarheid werden) de basis van de plagen zoals die in de bijbel beschreven worden. En ook van de universele ‘matrix’, de cijfercode die toekomstige generaties moest waarschuwen voor onheil maar ook moest voorbereiden op de nieuwe tijd, wanneer die dan ook zou aanbreken. De cijfersymboliek van Maya’s en Egyptenaren is een stuk ingewikkelder en accurater dan de verwikkelingen in de films The Matrix en The Matrix Reloaded, maar het hightechgehalte van die prenten wijst wel op de verbluffende mathematische en astronomische kennis van beide volkeren. Die uiteraard ook doorschemert in de bijbel. Zowel het getal ‘666’ (het teken van het Beest) als ‘144.000’ (het aantal uitverkorenen dat straks het rijk Gods zal mogen betreden) verwijzen rechtstreeks naar de cyclus van de zon en spelen een cruciale rol in de architectuur, astronomie en kunst van de Maya’s en Egyptenaren. Overigens heeft 666 in de kabbala, de mystieke joodse traditie, geenszins een negatieve betekenis, integendeel. Het zou in feite zelfs een perfect getal zijn: de schepping duurde zes dagen, in het Hebreeuws telt de naam van God zes letters, er zijn zes hemelse lichamen… Het getal 666 zou op die manier het teken van de Messias zijn, van de boodschapper die de mensheid de waarheid komt vertellen. Vandaar dat de Kerk het getal in de loop der tijden gedemoniseerd heeft. Hoe zou er ooit nog een nieuwe Messias kunnen komen, als we Jezus al gehad hebben? En welke waarheid moet nog verteld worden, als die toch al uitvoerig beschreven staat in de bijbel?

Volgende keer: de mannen van Atlantis

Website Maurice Cotterell

   







© Vivat.be 2020