X-Files van de Geschiedenis 1

Dan Brown licht in De Da Vinci Code maar een klein tipje van de sluier op die door de eeuwen heen over onze geschiedenis is gedrapeerd. De menselijke historie zit vol verborgen en verboden verhalen, soms radicaal verschillend van de officiële geschiedschrijving. In deze reeks richten we de spots op die X-Files van de Geschiedenis. Van prehistorische tijden, via Egypte en de bijbel naar de Illuminati, de vrijmetselaars en de machthebbers in moderne tijden. Aflevering 1: wat is het verband tussen het oude Egypte en de Maya's? En hoe oud is de sfinx nu werkelijk?


Hoe oud is de sfinks? Zo’n 2500 jaar, zeggen de meeste Egyptologen. Volgens hen werd de sfinx, samen met de vlakbij gelegen piramiden van Gizeh, gebouwd tijdens de vierde dynastie, wellicht onder koning Cheops. Maar er zijn ook Egyptologen die de sfinx veel ouder schatten, 5000 tot 10.000 jaar zelfs, en dan zijn ze nog voorzichtig, kwestie van hun conservatieve collega’s niet voor het hoofd te stoten. Zo beweert de Britse historicus John West dat het monument onmiskenbaar tekenen vertoont van grootschalige erosie door water; zo veel water dat het enkel gevallen kan zijn op het regenachtige einde van de laatste ijstijd, ongeveer 11 eeuwen voor Christus.


‘Maar ik denk dat de sfinx nog veel ouder is,’ zegt West, ‘misschien wel ouder dan 15.000 jaar. Zijn stem werd gehoord door de Belgische (!) onderzoeker Robert Bauval, een bouwingenieur en amateur-astronoom die tot de opzienbarende bevinding kwam dat de schachten in de grote piramide van Cheops, en ook de drie piramiden van Gizeh in hun geheel, gebouwd waren volgens een uiterst precies patroon dat exact overeenstemt met de stand van de drie sterren in het teken van Orion. Niet de stand van de sterren rond 2500 voor Christus, maar rond 10.450 v.C. (zoals Bauval dat met behulp van de complexe precessieformule heel precies kon berekenen). Bauval zocht en vond op zijn beurt instemming bij Graham Hancock, auteur van het ophefmakende Fingerprints of the gods, een boek dat overtuigende verbanden legt tussen de heiligste en meest mysterieuze plaatsen op deze aardbol. Volgens Hancock zijn de piramiden in Egypte en Mexico restanten van een vergeten wereld, van een geciviliseerde maatschappij die al bestond lang voor hier volgens de geschiedenisboekjes nog maar aan primitieve landbouw werd gedaan, van een beschaving die misschien zelfs buitenaards bezoek heeft gekregen en daardoor in korte tijd tot bloei kon komen, ergens tussen 15.000 en 10.000 voor Christus, op het einde van de laatste ijstijd. Volgens Hancock vinden de piramiden (en dus ook de sfinx) hun oorsprong in Atlantis.

De Maya-god Pacal (omstreeks 750 nà Christus) zou een evenbeeld zijn van Toetanchamon, de Egyptische kind-koning, die zijn kennis en wijsheid zou geëxporteerd hebben naar de Amerika’s met een machtige vloot van papyrusboten. Thor Heyerdahl heeft in de jaren ’70 van de vorige eeuw aangetoond dat je met zo’n vaartuig wel degelijk de oceaan kan oversteken (de Ra II legde het traject af in iets minder dan acht weken), terwijl de Duitse wetenschapster Svetla Balabova (van het Instituut voor Gerechtelijke Geneeskunde in Ulm) in 1992 grote hoeveelheden nicotine en cocaïne terugvond in verschillende mummies uit de 21ste dynastie, substanties die enkel afkomstig konden zijn van het Amerikaanse continent. De connectie tussen Egypte en de Maya’s lijkt dus niet eens zo vergezocht, hoewel de bevindingen van Balabova door de traditionele egyptologen uiteraard ontkend en geridiculiseerd worden.

Volgende keer: de voorspellingen van Toetanchamon

Website Graham Hancock

    







© Vivat.be 2020