X-Files van de Geschiedenis 15: huist de Ark des Verbonds in Ethiopië?

Graham Hancock beweert dat hij de Ark des Verbonds wel degelijk gevonden heeft, meerbepaald in Axum, Ethiopië. In zijn boek The Sign and the Seal neemt hij ons mee op een fascinerende zoektocht in het zog van de Ark, zoals die volgens hem door de eeuwen heen is meegezeuld.


Weg uit Jeruzalem (een cruciale gebeurtenis waarvoor de bijbel vreemd genoeg geen enkele verklaring biedt), via Egypte en Nubië naar Saba (Jemen, Eritrea…), en zo naar het huidige Ethiopië, waar in de tweede eeuw van onze tijdrekening niet toevallig de vroegste christelijke beschaving ontstaan is.

De reis vertoont merkwaardige overeenkomsten met het traject dat Menelik I, zoon van Salomo en Saba, zou afgelegd hebben volgens het orthodoxe Ethiopische evangelie, de Kebra Nagast, het Boek der Koningen. Als geschenk zou Menelik inderdaad de enige echte Ark des Verbonds hebben meegebracht, een teken van God dat de Ethiopiërs, en niemand anders, het uitverkoren volk moesten zijn, en altijd geweest waren. Lang voor de ons zo vertrouwde bijbelse verhalen zich afspeelden zelfs. De Ethiopische priesters en schriftgeleerden hebben sinds 50 jaar steun gekregen uit onverwachte hoek.

Ook de rasta’s van Jamaica (en ondertussen ver daarbuiten) erkennen Haile Selassie (oorspronkelijke naam: Ras Tafari, zoon van Menelik II) als de rechtstreekse afstammeling van Salomo en de koningin van Saba, als de Leeuw van Judea dus, de Koning der Koningen, zoals ook Jezus omschreven wordt. Misschien was Selassie zelfs de wedergeboren Messias in persoon, zoals de meest overtuigde rastta’s beweren, en hebben wij hem gewoon niet als dusdanig herkend. Terwijl de keizer toch gewoon dezelfde claim maakt als de Dalai Lama en durft u diens integriteit in twijfel trekken? In een volgende aflevering van deze reeks lopen we Haile Selassie nog eens tegen het lijf.

Er moet daar in Ethiopië trouwens wel ièts geweest zijn. Waarom zou een groep kruisvaarders vanuit Jeruzalem anders doorgereisd zijn naar het toenmalige Abessinië, naar Lalibela, waar bezoekers tot vandaag verbluft staan te kijken naar de massieve, in de grond gebouwde kerken, zeg maar kathedralen? Het was daar, in de oeroude catacomben, dat Graham Hancock onweerlegbare aanwijzingen vond dat er ooit kruisvaarders op bezoek moeten geweest zijn.

In het gezegende jaar onzes Heren 1095 had paus Urbanus II alle ridders en gelovigen opgeroepen om het heilige land te gaan bevrijden van de muzelmanne, een vraag die de meeste middeleeuwse krijgs- en kasteelheren (laat u nooit wijsmaken ds Godfried van Bouillon een held was!) interpreteerden als een vrijgeleide voor onbeschaamde zelfverrijking en gruwelijke moordpartijen.
Allemaal? Nee. Een kleine minderheid van ridders had voorwaar edele motieven toen ze vertrokken naar Jeruzalem. Op zijn minst waren ze leergierig, en wilden ze de waarheid achterhalen, ‘het licht zien’, wie weet zelfs de Ark des Verbonds vinden, ook al moesten ze daarvoor helemaal naar Ethiopië. Bij hun terugkeer uit het beloofde land (u kiest zelf maar welk) stichtte de Franse edelman Hugues de Payens samen met acht andere kruisvaarders de Orde van de Arme Ridders van de Tempel van Salomo, een religieus en tegelijk militair genootschap, dat al gauw uitgroeide tot een belangrijke politieke en financiële machtsgroep in het Midden-Oosten en Europa.

Vanaf 1139 waren de tempelridders enkel nog verantwoording verschuldigd aan de paus, maar naarmate hun rijkdommen zich opstapelden (de ridders moesten geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid afleggen) en Palestina en omstreken opnieuw in handen vielen van de vijand, raakten ze uit de gratie van hun beschermheren. Op vrijdag 13 oktober 1307 liet de Franse koning Filips de Schone, gesteund door de paus, zowat alle bekende tempelridders arresteren, folteren en verbranden. Waarom werden de tempelridder zo gevaarlijk geacht? Beschikten zij over staatsgevaarlijke geheime wapens of informatie? Wilden ze samen met de heilige Bernard van Clairveaux (herinner u zijn sympathie voor de katharen en Maria-Magdalena), hoofd van de cisterciënzerorde, de christelijke kerk hervormen? Hielden ze zich bezig met occulte praktijken? We weten dat de tempeliers de drijvende kracht waren achter de bouw van de gotische kathedralen, in het bijzonder die van Chartres, een bouwwerk dat bulkt van de esoterische symboliek en dat zelfs gebeeldhouwde verwijzingen bevat naar het Ethiopische verhaal van de Ark des Verbonds.

De ‘gewijde geometrie’ van de kathedralen is veel ouder dan de Middeleeuwen en grijpt terug naar de verborgen kennis van Atlantis en Egypte, naar het al even oude principe van vrouwelijke superioriteit (op zijn minst gelijkwaardigheid), naar de universele waarden in leven, naar ultieme liefde, zoals die overigens perfect mathematisch gedefinieerd kan worden (maar daar komen we later nog op terug). Het is een erfenis die in de eeuwen na de zogenaamde uitroeiing van de tempelridders door tal van orden en bewegingen werd overgenomen en uitgebreid, maar net zo vaak misbruikt en verkeerd begrepen.









© Vivat.be 2020