X-Files van de Geschiedenis 13 - De Katharen

Ook op het Europese vasteland ontwikkelde zich een occulte cultuur rond de geestelijke nalatenschap van Maria Magdalena en haar volgelingen.



In de huidige Langudeoc kenden kunst, literatuur en wetenschap vanaf de tiende eeuw zelfs een heuse hoogbloei, bezongen troubadours de ideale vrouw als godin van het leven, en vonden in zowat alle dorpjes en steden alchemistische activiteiten plaats. In Alet-les-Bains (nabij Limoux) zijn de huizen tot vandaag versierd met esoterische symbolen. In Toulouse en Carcassone werden de vroegste beschuldigingen van hekserij genoteerd (begin 14de eeuw). En waren de heksen zelf geen tovenaressen, alchemisten, behoedsters van de verborgen kennis? Alleen jammer dat het vrouwen waren, anders hadden ze misschien in even hoog aanzien gestaan als Merlijn en zijn confraters.

En toch: mannen noch vrouwen ontsnapten aan de eerste georganiseerde volkerenmoord uit de geschiedenis. De inwoners van de Languedoc dwaalden, zo meende de Kerk. De katharen (genoemd naar het Griekse woord katharos: rein, zuiver) weigerden de officiële leerstellingen te aanvaarden, ook al beriepen ze zich op het voorbeeld van Jezus Christus en leidden ze een leven van armoede, onthouding en dienstbaarheid. Het waren visetende vegetariërs, pacifisten ook, die de nadruk legden op de gelijkheid van man en vrouw. Geen onmiddellijk gevaar voor de samenleving, deze vreedzaam levende hippie-monniken avant la lettre, maar daar dacht paus Innocentius III zichtbaar anders over. In 1179 werden de katharen in de kerkelijke ban geslagen. Ettelijke ‘missionarissen’ (waaronder de grote, wijze Bernard van Clairvaux) keerden verbitterd maar net zo goed aangenaam verrast terug. ‘Hun levenswijze is onberispelijk’ had de paus gezegd.

Maar op 24 juni 1209, niet toevallig de feestdag van Johannes de Doper, riep de Onschuldige de Albigenzische kruistocht uit (naar de stad Alba, een bolwerk van de katharen). Waren de kruistochten tot dan toe uitsluitend gericht tegen de moslims, plots moesten de christelijke soldaten het zwaard opnemen tegen hun eigen volk. Dat gebeurde met hetzelfde gruwelijke fanatisme als tijdens de echte kruistochten, met dezelfde hebzucht en arrogantie ook. In minder dan 40 jaar tijd vermoordden de pauselijke krijgers meer dan 100.000 mensen, een trauma dat tot vandaag gevoelig ligt in de Provence, al was het maar omdat de Albigenzische kruistocht het einde inluidde van de politieke en financiële onafhankelijkheid van de regio. En van het radicale kathaarse gedachtegoed natuurlijk, die bevreemdende mengeling van kabbalistische, voorchristelijke en revolutionaire ideeën. Op 2 maart 1244 gaven de laatste 300 katharen in de machtige citadel van Montségur zich eindelijk over, na een belegering die liefst tien maanden geduurd had. Tot vandaag wordt er druk gespeculeerd over ‘de schat van de katharen’ die de ketters diep onder de burcht zouden achtergelaten hebben. Was het de heilige graal, of de steen der wijzen? Waren het bergen goud en andere kostbaarheden? Schriftrollen of documenten misschien? Opkomst en ondergang van de katharen zijn gehuld in nevelen van geheimhouding en mysterie, maar hun erfenis (en dus die van Maria Magdelena, Jezus, Toetanchamon en ga zo maar door) is tot vandaag springlevend.

    







© Vivat.be 2020