En nu iets helemaal anders: het eeuwige leven van Monty Python

Ze spotten met priesters, gezagsdragers en andere autoriteiten. Geen heilig huisje dat overeind bleef in de ontluisterend absurde wereld die Monty Python’s Flying Circus tussen 1969 en 1974 voor de camera’s bracht. En alsof dat nog niet volstond om de vorige generaties van zich te vervreemden, kenden de sketches van Monty Python ook geen clou. Dat was wennen, grappen zonder orgelpunt, maar het werd algauw een grap op zich. Een halve seconde verbluft blijven kijken, om dan toch in lachen uit te barsten.

 


 


Een kijkcijferkanon was Monty Python niet en er zaten in de 45 afleveringen (verdeeld over vier reeksen, uitgezonden op de BBC tussen 1969 en 1974) ook behoorlijk wat mindere sketches. Alleen de beste doen vandaag nog een belletje rinkelen. Maar de ban was gebroken, een heel nieuwe vorm van humor aangeboord, zo grensverleggend dat hij stilaan het predikaat tijdloos verdient. Een kleine groep die hards is de erfenis van Monty Python altijd blijven cultiveren. Vroeger konden ze hele langspeelplaten meelippen, vandaag leven ze zich uit op internet en inspireren ze de makers van eigentijdse sketchshows als Little Britain. De doorbraak naar het grote publiek én in de Verenigde Staten kwam er met de films die het team van Monty Python maakte in de slipstream van het televisiesucces. Van alle komische films die de twintigste eeuw overleefd hebben, die telkens weer nieuwe generaties aan het lachen weten te brengen, scoren Monty Python and The Holy Grail (1975),

The Life of Brian (1979)
en The Meaning of Life (1983) zonder twijfel het hoogst in de videotheken. Vooral de Amerikanen hebben de afgelopen decennia geprobeerd om de absurditeitsfactor van Monty Python te evenaren (Airport, Naked Gun, Scary Movie) maar niets gaat boven het origineel, vinden ook de zo veeleisende pubers van vandaag.

De fans van weleer zijn verder opgegroeid met de makers van Monty Python. John Cleese in Fawtly Towers en een handvol even hilarische films, maar ook als psycholoog. Terry Gilliams, Amerikaan tussen de Engelsen, de man die in de laatste reeks de memorabele, collageachtige tekenfilmpjes produceerde, heeft een bijzonder parcours afgelegd als Hollywoodregisseur (Brazil, Twelve Monkeys, Fear and Loathing in Las Vegas, The Brothers Grimm, Lost in La Mancha…). Michael Palin kennen we nu als wereldreiziger en ook Terry Jones profileert zich tegenwoordig, na jaren van onopvallend acteerwerk, als tv-persoonlijkheid (Het Leven in de Middeleeuwen). Eric Idle schiep in 1978 zijn eigen kult met The Rutles, een Beatles-parodie, en heeft het scenario geschreven van de succesrijke Broadway-musical Spamalot. De vijfde Python, Graham Chapman, is in 1989 gestorven maar kreeg op initiatief van John Cleese wel een Pythoneske begrafenis. Geen heiliger huisje om te slopen dan de dood.

        









© Vivat.be 2020